Ieder jaar op 26 november organiseert de Universiteit van Leiden de Cleveringa-oratie. Deze wordt gegeven door een professor die voor de duur van een jaar de Cleveringaleerstoel bekleed. Deze leerstoel is vernoemd naar professor Cleveringa die op 26 november 1940 opstond tegen de Duitse bezetter en het ontslag van de Joodse professoren.
Dit jaar kent een unicum: Voor het eerst wordt de leerstoel bekleed door een duo en wel historicus Jan Grabowski en socioloog Barbara Engelking hielden een gezamenlijke oratie. Zij bekleden de leerstoel voor het komende jaar.
De achtergrond
Grabowski en Engelking liggen in Polen onder vuur vanwege hun boek Night without an end. Fate of Jews in selected counties of occupied Poland. Waar dit boek in de academische wereld op lof kan rekenen, leidt het in Polen tot controverse.
Het land worstelt met de herinnering aan de rol die Polen speelde in de vervolging van de Joden. In het huidige frame is alleen ruimte voor de rol van de Polen die in verzet kwamen en Joden hielpen. Berichten over de Polen die de Duitse bezetter hielpen of zelf actief Joden vervolgden en vermoorden kunnen rekenen op een kritische ontvangst. Sterker nog, het is sinds 2018 strafbaar om de 'Poolse natie’ in het openbaar medeverantwoordelijk te houden voor de Holocaust.
Vervolgd voor smaad
Het boek van de wetenschappers belicht dergelijke gebeurtenissen. Ze schetsen de rol van Edward Malinowski, toenmalig burgemeester van het dorp Malinowo. Volgens de auteurs leverde hij een groep van 22 Joden over aan de nazi’s die hen vervolgens vermoordden. Volgens Malinowski’s nog levende nicht hielp haar oom juist Joden in de oorlog. Deze nicht startte daarom een vervolging voor smaad (lees ons eerdere bericht over deze zaak).
Begin 2021 werden Grabowski en Engelking schuldig bevonden aan smaad door een districtsrechtbank in Warschau. De twee gingen in beroep en het Hof van Beroep van Warschau verklaarde het vonnis later dit jaar nietig. Wetenschappelijk onderzoek mag niet door rechtbanken worden beoordeeld, zo voerde het Hof van Beroep aan. De advocaat van de nicht van Malinowski kondigde aan in hoger beroep te willen gaan. Deze ontwikkeling kan niet los gezien worden van de discussie over de onafhankelijke rechtspraak in Polen.
De voordracht voor de Cleveringa-leerstoel
De suggestie voor de voordracht van beide hoogleraren kwam van Jorrit Rijpma, hoogleraar Europees Recht. Zijn voordracht bevat zowel het historische perspectief als een link met de actualiteit: ‘Hun onderzoek sluit ten eerste aan op Cleveringa’s protestrede en het thema van de Jodenvervolging’ en ‘Zoals bekend staat de rechtsstaat er [in Polen] al een aantal jaren onder druk. De onafhankelijkheid van de rechterlijke macht wordt bedreigd en Grabowski en Engelking ervaren nu dat ook de academische vrijheid ter discussie staat. Hun rechtszaak is door een particulier aangezwengeld, maar op de achtergrond speelt een wet uit 2018 mee die het strafbaar stelt om ‘de Poolse natie’ in het openbaar medeverantwoordelijk te houden voor de Holocaust. Geheel in de geest van Cleveringa en onze Leidse lijfspreuk Praesidium Libertatis willen we Grabowski en Engelking de gelegenheid geven vrijelijk te spreken over hun onderzoek',
Engelking en Grabowski
Op de site van de universiteit is de achtergrond en motivatie te vinden voor de keuze voor beide wetenschappers. Ook is de lezing terug te kijken. De lezing begint met een introductie door de rector magnificus van de universteit, Prof.dr.ir.drs. Hester Bijl. Ze zet duidelijk de achtergrond van de lezing en de motivatie voor keuze uiteen voordat Engelking en Grabowski hun bijdrage leveren.
De Poolse socioloog Barbara Engelking (1962) schets in haar bijdrage hoe in de context van de Tweede wereldoorlog een Pool participeerde in de jodenvervolging.
De Pools-Canadese historicus Jan Grabowski (1962) begon zijn bijdrage met een link naar de actualiteit. Hij beargumenteert dat Polen een belangrijke verantwoordelijkheid draagt voor de herinnering aan de holocaust die op Pools grondgebied plaatsvond. Grabwoski haalt actuele gebeurtenissen aan waarin de staat te kort schiet in die rol. Bijvoorbeeld het antisemitische karakter van de mars op onafhankelijkheidsdag in de stad Kalisz waar symbolisch het 'Statuut van Kalisz' (zie wikipedia) werd verbrand en waarbij antisemitische leuzen werden gescandeerd.
Het centrale voorbeeld wat hij noemt is het opnemen van het portret van Dmowski als een van de belangrijke Poolse figuren in het het drukwerk in het Poolse paspoort. Dmowski wordt gezien als een van de vaders van de onafhankelijkheid van 1918 maar was ook een overtuigd antisemiet.
Bekijk de hele lezing hier.
Afbeelding van Grabowski en Engelking zijn stills uit de video.