Redt deze museumdirecteur de Poolse geschiedenis?

Redt deze museumdirecteur de Poolse geschiedenis?

Dariusz Stola is directeur van het Joods museum in Warschau. De Poolse regering wil hem weg hebben. Zijn museum zou een verkeerde versie van de Poolse geschiedenis vertellen.

Dit artikel van Jenne Jan Holtland stond op 25 oktober in de Volkskrant. Foto van Piotr Malecki

Het is half zes, vlak voor sluitingstijd van het Joods museum. De tentoonstelling is gesloten voor bezoekers. Twee paal­tjes met een lint ertussen versperren de ingang, dus de man die er deze namiddag op af komt gelopen, maakt op het eerste gezicht geen schijn van kans. Hij heeft niet eens een kaartje. Toch gaat hij het proberen.

De man draagt een pak met nette zwarte schoenen. Hij glipt langs de paaltjes. Niemand houdt hem tegen. Het personeel bij de garderobe kijkt en doet niks. Dariusz Stola (55) loopt de vloer van de tentoonstelling op, zichtbaar tevreden over zijn kleine stunt. ‘Ik heb hier nog goeie contacten.’

Dat Stola zomaar mag doorlopen, komt door zijn status. Sinds 2014 is hij hier in Warschau directeur van het Joods museum, en eigenlijk wil hij dat nog vijf jaar blijven. Zijn (her)benoeming werd – geheel volgens de procedure – in mei goedgekeurd door een vijftienkoppige commissie. Laatste stap: een handtekening van de minister van Cultuur. Die is er nog niet, en volgens de minister komt die er ook niet. ‘Ik kan best wachten’, reageert Stola. ‘Zo lang als nodig is.’

De intenties van Piotr Glinski, de bevoegde minister, zijn duidelijk. De rechts-populistische regering probeert Stola uit te roken, omdat het onafhankelijke Polin-museum (‘Polin’ is afgeleid van het Hebreeuwse woord voor Polen) onder diens leiding ‘een zeer agressieve politiek’ zou hebben gevoerd. Tussen de regels door betekent dat: Stola heeft een andere blik op de Poolse geschiedenis.

In het voorjaar van 2018 voelde de ­directeur de druk toenemen. Polin organiseerde toen een indrukwekkende tentoonstelling over 1968. Dat jaar ontvluchtten tienduizenden Joden het land na een wekenlange hetze door partijleider Gomulka en diens getrouwen. Museumbezoekers kregen aan het eind een handvol citaten te zien: voorbeelden van hedendaags anti­semitisme.

Daaronder waren haatdragende teksten van twee prominente aanhangers van de regering. In de ultrarechtse ­media stak een storm op. Het vertrek van Stola werd geëist, zelf overigens niet Joods. Hij werd neergezet als lakei van de oppositie.

De gestorven broer

Een ander verwijt van de minister is dat Stola zou hebben nagelaten een congres te wijden aan Lech Kaczynski, de gestorven oud-president en oprichter van Polin (en tevens de tweelingbroer van de huidige partijleider van regeringspartij PiS). ‘Een excuus om van me af te komen’, reageert Stola. Hij laat een mailwisseling zien waaruit blijkt dat het congres niet doorging omdat er geen mede-organisator gevonden kon worden.

Op de vraag van de Volkskrant waarom de minister al vijf maanden treuzelt met het zetten van zijn handtekening, verwijst een woordvoerder van de minister per mail naar de Poolse media. ‘Alles is gezegd. Er is geen zinnige reden om deze zaak nogmaals te bediscussiëren.’

De tweede herinneringsoorlog

‘Ik weet een sluiproute’, mompelt Stola terwijl hij langs een tweede afzetlint wandelt. Van de Middeleeuwen zijn we ineens in de 20ste eeuw, niet ver van de plek die hij wil laten zien. We belanden in de communistische tijd, aangekondigd door een oubollig liedje uit een krakerige radio. Aan de wand hangen portretten van Stalin en Joodse schrijvers.

Veertig jaar lang, doceert Stola, tussen 1945 en 1989, probeerden de communisten (vergeefs) ‘één versie van de geschiedenis’ te creëren, bijvoorbeeld door de mensen wijs te maken dat de 22 duizend vermoorde Poolse officieren in de bossen bij Katyn (1940) het werk waren van de nazi’s, niet van de Sovjets. Dat was de eerste ‘herinneringsoorlog’, zegt Stola, en nu beleeft Polen een tweede, met hemzelf aan het front. ‘Maar het gaat niet om mij’, corrigeert hij vlug, ‘het gaat om de onafhankelijkheid van het museum.’

Herinneren in Polen is altijd méér dan alleen herinneren geweest. Het is politiek, maar dan met andere middelen. De regering onder leiding van de PiS-partij, een week geleden overtuigend herkozen, is wars van wat ze noemt de ‘pedagogiek van schaamte’ waar men in West-Europa zo goed in is. Een echte Pool is heroïsch, geen dader of wegkijker.

Het zou niet voor het eerst zijn dat de PiS-regering eigenhandig een museum naar haar hand zet. Eerder gebeurde dat in Gdansk met het prestigieuze Tweede Wereldoorlog-museum. De directeur werd eruit gewerkt, de tentoonstelling naar de zin van de regering aangepast. Bij tientallen andere culturele instellingen werden partijvrienden benoemd, en de schoolboeken kregen een make-over: ‘oude’ helden zoals Lech Walesa en Jacek Kuron zijn uit de jaren tachtig gegumd.

Polin wordt nu gerund door een interim-directeur. Stola komt nog sporadisch in het gebouw; de meeste dagen zit hij thuis, wachtend op een verlossend telefoontje van de minister. Een online petitie om hem te laten blijven is ruim 6 duizend keer getekend [Red: los van vergelijkbare op AVAAZ.org in Pools | AVAAZ.org  in EngelsChange.org ]. Op ­Facebook schreef een museumbezoeker iets dat hem raakte: geef de strijd niet op. Door de onzekerheid is een aantal grote donaties in de wachtstand gezet, waardoor het museum mogelijk zo’n 2,3 miljoen euro misloopt.

Sluitingstijd

Zich opwinden doet Stola niet. Hij weegt, analyseert, op en top een academicus. Minzaam: ‘De hoop is het sterkst als de kansen het kleinst zijn.’ Tot een jaar of tien geleden was er volgens Stola nog een minimum aan geschiedkundige consensus in Polen. Politici als Jaroslaw Kaczynski, de PiS-partijleider, breken die nu stelselmatig af. ‘En als de dialoog instort, breekt vroeg of laat het geweld uit.’

Door de intercom galmt een dienstmededeling, het is sluitingstijd. Stola loopt de trappen op naar de uitgang. Voor vandaag is het museum dicht. Maar verloren is het nog lang niet.

Eerder schreven we op onze site over een ander museum dat inzet was van een politieke strijd. Jenne Jan schreefSluiting dreigt nu al voor net geopend oorlogsmuseum in Polen: niet ‘heroïsch’ genoeg. Nog meer daarover leest u in Pedagogie van trots: strijd rond een oorlogsmuseum in Gdańsk. Over datzelfde museum schrijft Geert Mak in zijn nieuwe boek Grote verwachtingen, de opvolger van In Europa. Op Hostiriek een voorpublicatie Het Museum van de Tweede Wereldoorlog in Gdansk.

Reacties zijn gesloten.