Poolse dooi?
Net op de dag dat het voor het eerst stenen uit de grond vriest in Polen, zet de nieuwbakken premier Mateusz Morawiecki de deur op een kier voor een dooi in de relaties met de Europese Unie. Amper enkele uren voor hij Commissievoorzitter Juncker en vicevoorzitter Timmermans ontmoet, offerde Morawiecki de hardliners in zijn regering op.
Door Marc Peirs, geschreven voor VRT op 9 januari.
Het wordt zowat het diner van de laatste kans, het ongemakkelijke etentje van Juncker, Timmermans en Morawiecki. Na ruim twee jaar van dreigen en poken initieerde Europa vorige maand de procedure naar het beruchte Artikel 7 tegen het recalcitrante Polen. Onder dat artikel kan Polen op de Europese strafbank worden gezet en finaal zelfs het stemrecht in Europese organen verliezen.
De ruzie tussen Brussel en Warschau draait vooral om de hervormingen van de rechterlijke macht. Dat is een technische kwestie die erop neerkomt dat de politiek meer grip krijgt op pensionering, afzetting en benoeming van rechters, tot aan het Hooggerechtshof toe. Voor Europa betekent die politieke inmenging een aanslag tegen de scheiding der machten, de onafhankelijkheid van het gerecht en uiteindelijk tegen de rechtsstaat zelf.
Maar er zijn meer netelige kwesties tussen Brussel en Warschau. Polen weigert halsstarrig om islamitische vluchtelingen op te nemen (Oekraïners daarentegen zijn massaal welkom), kapt een deel van het ecologisch waardevolle oerbos bij Bialowieza en knecht de openbare media tot lakeien van regeringspartij Recht en Rechtvaardigheid. Voor aanvang van het diner liet Timmermans al verstaan dat Morawiecki over evenzovele onderwerpen een pittige dialoog wacht.
Communisten buiten
Tot nu liet Recht en Rechtvaardigheid de Europese woede niet aan het hart komen. Vorige maand nog ondertekende president Duda (ook van Recht en Rechtvaardigheid) twee wetten die de hervorming organiseren. Recht en Rechtvaardigheid ziet in de grote verkiezingsoverwinning van november 2015 een mandaat om het gerecht aan te pakken, want dat is bevolkt, dixit partijleider Jaroslaw Kaczynski, door “een elite die vervreemd is van het volk”.
Het klopt dat de laatste communistische machthebber, generaal Jaruzelski, in de nadagen van zijn regime in 1989 nog een hele lading rechters heeft benoemd. Voor Recht en Rechtvaardigheid moeten die nu de baan ruimen. Zo ook heeft de regering het hoge pensioen van dertigduizend ex-leden van de communistische politie en ordehandhaving afgetopt. Een uiting van rancune tegen een stel uitstervende oudjes volgens critici, een terechte maatregel volgens veel anderen. Een láte stap volgens Recht en Rechtvaardigheid: de partij is er heilig van overtuigd dat nu, pas nu, met de opbouw van het post-communistische Polen wordt begonnen. De voorbije kwarteeuw hebben de regerende sociaaldemocraten en liberalen zich tegenover de leden van het communistische ancien régime veel te mild getoond, vindt Recht en Rechtvaardigheid.
Historici aan de top
Die ijver, die missie, om Polen te hertekenen naar de nationalistische visie raakt aan het DNA van Recht en Rechtvaardigheid. Dit is een partij en een regering van historici, veeleer dan van economen, diplomaten of juristen.
Polen heeft dan ook geen enkele zin om, nu het land eindelijk vrij en onafhankelijk is, weer eens buitenlandse inmenging te dulden, dit keer van de EU.
Polen kreeg in de twintigste eeuw de twee vreselijkste politieke demonen over zich heen: eerst nazisme, dan communisme. De littekens zijn tot op vandaag zichtbaar in het straatbeeld en voelbaar in gesprekken met om het even welke Pool. Het verleden is hier nooit helemaal voorbij. De zes miljoen doden in die Tweede Wereldoorlog, de massamoord op Poolse Joden, de gehate en ongewenste Sovjet-dictatuur, voor historici zoals die van Recht en Rechtvaardigheid is dat alles bij wijze van spreken pas eergisteren gebeurd. Polen heeft dan ook geen enkele zin om, nu het land eindelijk vrij en onafhankelijk is, weer eens buitenlandse inmenging te dulden, dit keer van de EU.
De regerende nationalisten doen er alles aan om die geschiedenis levend te houden en daarbij de nadruk te leggen op het heldhaftige, strijdende en lijdende Polen. Dat zie je aan de cultuur die Recht en Rechtvaardigheid promoot: een cultuur die de identiteit benadrukt en liever niet in vraag stelt. Je ziet het aan de inspanningen die Recht en Rechtvaardigheid doet om het imago van Polen schoon te houden. Eén voorbeeld: de regeringspartij roept de Poolse emigranten, twee miljoen zijn het er, om de rol te spelen van “cyber-huzaren” (naar de beruchte gevleugelde Poolse cavalerie). Die “cyber-huzaren” moeten in hun nieuwe land de media scannen op beeldvorming over Polen. Zo was er een enorme rel toen (uitgerekende de Duitse zender) ZDF het had over “Poolse vernietigingskampen” terwijl die uiteraard als “Duitse” of “nazi”-kampen moeten worden geduid.
Ratio boven emotie?
Recht en Rechtvaardigheid heeft eerder één keertje mee geregeerd, een jaar lang in 2006-2007. Bij ondernemers zong toen het mopje rond: “Wat heeft de regering al voor de economie gedaan?” Antwoord: “Gelukkig niets!”. Deze keer wil de partij wel veel aandacht besteden aan de economie, die met een verwachte groei van 3,7 procent dit jaar draait als een lier.
De promotie, in december, van minister van Financiën en Economische Zaken Mateusz Morawiecki tot premier was een bewijs dat de regering de tweede helft van haar legislatuur volop de economische kaart trekt. Morawiecki’s droom is om van Polen een hypermoderne speler te maken met, bijvoorbeeld, de productie van zaken als elektrische auto’s, games en drones. Een heel ander verhaal dus dan het permanente ophemelen van geschiedenis, identiteit en soevereiniteit.
Diezelfde Morawiecki heeft nu de regeringsploeg, die hij erfde van voormalige premier Beata Zsydlo, danig herschikt. Nieuwe namen komen er op Financiën, Gezondheidszorg, Binnenlandse Zaken, Milieu. Ook de omstreden Defensieminister Antoni Macierewicz moet gaan. Dat is een veeg teken want deze man wordt gerekend tot de staalharde nationalistische fractie. Voor de EU de belangrijkste wijziging is de kop die rolt van minister van Buitenlandse Zaken Witold Waszczykowski. Ook een hardliner en een man die geen enkele kans onbenut liet om de EU voor het hoofd te stoten. Zo ging hij meteen na de activering van de procedure van Artikel 7 resoluut in de tegenaanval. Waszczykowski dreigde dat Polen naar de Europese rechters zou gaan. Hij zette de Europese démarche weg als “een politieke en geen juridische” actie tegen Polen.
In de plaats van de stampvoetende Waszczykowski komt de bedaagder Jacek Czaputowicz (foto). De zestiger heeft al verschillende keren functies achter de schermen op Buitenlandse Zaken uitgeoefend. Hij is verbonden aan verschillende hogere onderwijsinstellingen en hoofdredacteur van het blad “Polen in Europa”. Kortom, een man van wie je meer ratio en minder emotie mag verwachten.
Man van de wereld
Ook Morawiecki zelf heeft een persoonlijk profiel dat de EU-bonzen vertrouwen kan inboezemen. Zijn voorgangster Beata Szydlo spreekt enkel Pools, komt uit een klein stadje in Silezië. Ze is de dochter van een mijnwerker en de moeder van een priester: veel “Poolser” kan het niet worden.
Niemand in Warschau ligt wakker van de dreiging van Artikel 7.
Morawiecki van zijn kant komt uit de hippe grootstad Wroclaw, spreekt Engels en Duits, is opgeleid in Amerika en Zwitserland. Begin jaren 2000 was hij betrokken bij de onderhandelingen over het financiële luik van de Poolse toetreding tot de Europese Unie. Hij werkte nog voor de huidige Europees president, de liberaal Donald Tusk. Morawiecki liet een goed betaalde baan als CEO bij een grote bank staan om in de politiek te gaan. Kortom, een man van de wereld waarmee mensen als Juncker en Timmermans vlot in gesprek kunnen gaan.
Er zijn ook politieke redenen om te denken aan kans op “Poolse dooi”. Niet dat iemand in Warschau wakker ligt van de dreiging van Artikel 7. Als het tot stemming daarover komt, zal Hongarije zonder twijfel tegen stemmen en wordt de benodigde unanimiteit dus niet behaald. Boedapest heeft dat al herhaaldelijk laten verstaan. De Poolse vrienden mogen op beide oren slapen wat dat betreft.
Europees geld is stok waarmee de Europese Rijke Nonkels de stoute Polen kunnen slaan.
Meer prangend is de kwestie van het Europese geld. In de meerjarenbegrotingen van 2008 tot 2014 en 2014 tot 2020 kreeg Polen om en bij de 80 miljard euro. In het hele land wordt gebouwd aan nieuwe snelwegen, rijzen nieuwe luchthavens uit de grond, worden treinstations en treinen gemoderniseerd en tot in de kleinste dorpjes in het verarmde oosten van Polen zie je speelpleintjes, marktpleinen en voetpaden die met Europees geld worden aangelegd.
Dit jaar beginnen de onderhandelingen over een nieuwe meerjarenbegroting. Daarin ziet Warschau een stok waarmee de Europese Rijke Nonkels de stoute Polen zouden kunnen slaan. Je zou voor minder inschikkelijker worden.
In dat spagaat, tussen trotse Pool en overtuigde Europeaan, slingert Recht en Rechtvaardigheid.
Er is ook een binnenlandse reden waarom Morawiecki en de zijnen de rel met Brussel best niet helemaal laten ontsporen. Een overgrote meerderheid van de Polen, zelfs de boeren, is ronduit pro-EU. Peilingen tekenen steeds meer dan 70 procent overtuigde Europeanen op.
Maar die pro-Europese Polen smullen tegelijkertijd van een regering die het complexloos opneemt voor de Poolse identiteit en belangen. Want dezelfde politieke peilingen tonen een Recht en Rechtvaardigheid dat nooit geziene toppen scheert qua kiesintenties: de jongste peiling zet Recht en Rechtvaardigheid op 43 procent. De eerste achtervolger, het liberale Burgerplatform, haalt een schamele 19 procent.
In dat spagaat, tussen trotse Pool en overtuigde Europeaan, slingert Recht en Rechtvaardigheid. Met Morawiecki en zijn nieuwe regering lijkt de slinger op weg om Polen niet langer helemaal te isoleren binnen Europa. De komende maanden en jaren zijn beslissend, met lokale verkiezingen in de herfst, Europese en nationale verkiezingen in 2019 en presidentsverkiezingen in 2020. Uitkijken naar welke kant de Poolse slinger beweegt.