Zwarte bladeren: Roman met als historische achtergrond de pogrom van Kielce
In mei verscheen in België en Nederland de roman Zwarte Bladeren. Deze van oorsprong Poolse roman (Czarne liście) is geschreven door de deels in België woonachtige schrijfster en journaliste Maja Wolny en is vertaald naar het Nederlands door Steven Lepez. Maja is oorspronkelijk afkomstig uit Kielce, een middelgrote stad in het hartje van Polen waar het verhaal zich grotendeels afspeelt.
Eén van de hoofdpersonen is de historische figuur, Julia Pirotte, een Pools-Joodse fotografe. Zij komt in de stad de dag na de tragische gebeurtenissen van 4 juli 1946 – bekend als de pogrom van Kielce − om in opdracht van het tijdschrift „Żołnierz Polski” verslag te doen:
„Ze reed de stad binnen die ze niet kende en waar de inwoners op klaarlichte dag Joden aanvielen. Uit beknopte aantekeningen van haar chef bleek dat sinds gisteren het gerucht in Kielce de ronde ging dat de achtjarige Henio was vermist. Het kind verdween in de hoofdstraat van de stad, blijkbaar was hij gezien in het gezelschap van een Jood. Toen de jongen voor de nacht niet naar huis was teruggekeerd, brak er paniek uit. Hij zou ritueel vermoord zijn […]. Wat zou ze daar aantreffen? Bebloede stoepen? Lijken in de struiken? Of misschien de hele stad tot de tanden gewapend? […] Julia had van kennissen vernomen dat enkele verdachte lieden onlangs hadden geprobeerd om de Polen in Rzeszów tegen hun Joodse buren op te zetten, maar hun samenzwering was mislukt. De bedreigde inwoners werden gewaarschuwd, zodat ze ’s nachts konden ontsnappen. Waarom had het in Kielce anders uitgepakt? Hadden de mensen in de stad gewoon minder geluk, of was er meer haat?, vraagt Julia zich af.
Parallel daaraan ontspint zich het fictieve verhaal van Weronika Czerny, een historica van de plaatselijke universiteit. Enkele decennia later, op de dag van de 65ste herdenking van de pogrom van Kielce, verdwijnt haar dochter spoorloos. En – aldus de tekst op de kaft van de roman – „net als destijds werden de stadsbewoners meegesleurd in een mengeling van complottheorieën, haat, angst en mediahysterie. Voor Weronika zelf leidt de verdwijning ertoe dat pijnlijke feiten uit haar […] familiegeschiedenis opnieuw worden blootgelegd”.
De Pogrom van Kielce
71 jaar geleden op 4 juli 1946 vond in de Poolse stad Kielce een van de meest tragische gebeurtenissen in de naoorlogse Poolse geschiedenis plaats die aangeduid wordt als de ‘pogrom van Kielce’. Meer dan 40 Joodse inwoners van de stad werden door de boze menigte in samenwerking met de militie, het Poolse leger en de Geheime Dienst op een gruwelijke wijze vermoord. Tientallen anderen raakten gewond, enkele werden nog vermoord in nasleep van de pogrom op dezelfde dag of in de dagen daarna.
De aanleiding voor de moord was een vals bericht over de ontvoering van een achtjarige jongen Henio Błaszczyk door Joden – de verhalen van Joodse rituele moorden van kinderen waren met name in katholieke delen van Europa onder de bevolking breed verspreid. In werkelijkheid was Henio weggelopen naar bevriende familie in een nabijgelegen dorp waar hij een tijd zonder toestemming van zijn ouders doorbracht. De verontruste ouders hebben de verdwijning van hun zoon bij de militie gemeld. Na zijn terugkomst gaf de jongen aan door Joden gevangengehouden te zijn in de kelder van een huis aan Plantystraat in Kielce. Het motief achter het verzonnen verhaal is tot nu toe niet duidelijk.
De leden van de ordetroepen die de huiszoeking gingen doen, verspreiden onderweg het valse bericht en werden vergezeld door een groeiende groep inwoners. Ter plaatse werden de Joden geslagen en gedood, zowel door de gewone burgers als ook door de bewapende leden van de militie en het leger, gesteund door de groep van arbeiders uit de fabriek Ludwików. De uitbraak van geweld was zo groot dat de pogingen (bijvoorbeeld ondernomen door lokale priesters) om de woedende menigte tot bedaren te brengen, mislukten. Het bestuur van de stad reageerde niet.
Pas in de middag greep het leger in, de Poolse geheime dienst bood de overlevende Joodse inwoners bescherming en bewaakte ziekenhuizen waar de slachtoffers naartoe gebracht werden. Er werd een avondklok ingesteld.
Al dezelfde avond werden ongeveer 100 mensen gearresteerd, op 11 juli werden eerste vonnissen geveld, negen mensen kregen voor hun deelname aan de pogrom de doodstraf die onmiddellijk werd voltrokken. Het hele stadsbestuur werd vervangen.
De slachtoffers van de moord werden op 8 juli begraven op de Joodse begraafplaats in Kielce.
Na de processen werd de zaak in de doofpot gestopt en het onderzoek naar de toedracht tegengehouden. Pas na de val van het communisme ontstond er in Polen een discussie over de pogrom van Kielce.
Het Poolse Instituut voor Nationale Herinnering (IPN) heeft in zijn onderzoek (1990-2004) niet genoeg bewijs gevonden om nog levende daders van de pogrom te vervolgen. De conclusie van het onderzoek was dat de moord aan Joden het gevolg was van het spontane gedrag van de menigte en een reeks toevalligheden.
De theorie dat de Sovjets achter de pogrom zaten (onder meer vanwege de aanwezigheid van het hoofd van de Russische NKWD - de voorloper van de KGB - op deze dag in Kielce) of dat het een provocatie van het communistische bewind was (om aandacht af te leiden van het net gehouden referendum waarvan de uitslag werd vervalst), werd ook verworpen.
Het boek Zwarte Bladeren
Het boek is uiteraard verkrijgbaar bij (online) boekhandels.
Facebookactie
In samenwerking met stichting Literatura en dankzij Maja en haar uitgever Bezige Bij mogen we één exemplaar gebruiken voor een facebookactie: