Tentoonstellingen over kofschip maken historische link met Polen tastbaar

In het Fries Scheepvaart Museum in Sneek en het Hannemahuis in Harlingen worden deze zomer tastbare herinneringen tentoongesteld van de handelsbetrekkingen met Polen uit 1791. Het gaat om duikvondsten van een Fries Kofschip dat in dat jaar voor de kust van Polen verging. De tentoonstelling kwam tot stand in samenwerking met het Nationaal Scheepvaartmuseum in Polen.

Het Friese kofschip de Jonge Seerp, met schipper Johannes Leenderts en zijn bemanning, vertrok in 1791 vanuit Harlingen naar de Oostzee. Bij Gdansk kwam het schip tijdens een storm in aanvaring met een ander schip en zonk.

Het wrak van de Jonge Seerp werd in 1985 door duikers ontdekt en sindsdien is een grote hoeveelheid scheepsonderdelen en huisraad boven water gehaald. Ook zijn er veel persoonlijke items opgedoken; zelfs de zegelring van de kapitein werd gevonden. Het is verbluffend te zien hoe goed deze duikvondsten, na ruim twee eeuwen in het water van de Oostzee, bewaard zijn gebleven. Het zijn allemaal tastbare herinneringen aan de geschiedenis van de Friese kustvaart, die in de 17e en 18e eeuw van enorme omvang was.

Uniek is dat in dit geval de naam van het schip en zijn schipper gekoppeld kan worden aan het wrak dat in 1985 door duikers werd ontdekt. Sindsdien zijn veel onderdelen, huisraad en persoonlijke items naar boven gehaald waaronder een schoen en de zegelring van de schipper. Tastbare herinneringen aan de geschiedenis van de Friese kustvaart, en de handelsbetrekking met Polen uit de 17e en 18e eeuw.

De expositie 'Droom aan duigen' in het Hannemahuis in Harlingen over schipper, het leven aan boord en het ongeluk loopt tot en met 16 september 2018.  In Sneek loopt de expositie 'Weer boven water' over de scheepsbouwkundige aspecten, de Oostzeevaart en de bodemvondsten tot 7 oktober.