Deel 2: De Opstand van Warschau
Met dit artikel streven we niet naar een volledig beschrijving van het verloop van de opstand. We willen een schets geven van de situatie waarin de stad in opstand kwam en en een antwoord geven op de vraag wat dit betekende voor de opstandelingen, de bewoners en de positie van Polen in het politieke speelveld. De context en aanloop naar de opstand kan u lezen in Deel 1.
“Wij wilden vrij zijn en de vrijheid niet aan iemand verschuldigd zijn”
1 Augustus 1944: Het begin van de opstand van Warschau
Met de Sovjets in aantocht besluit de opperbevelhebber van de Armia Krajowa (AK), generaal Bór-Komorowski, om de regie in eigen hand te nemen. Op 25 juli stuurt hij naar de regering in ballingschap in London het verzoek om steun.
Op 1 augustus begint de opstand. Wapens worden uit de bergplaatsen tevoorschijn gehaald. Stijders verplaatsen zich naar de verschillende verzamelpunten. De codenaam van het tijdstip waarop de gewapende strijd van start gaat, is het uur ‘W’. De ‘W’ staat voor de Poolse woorden: wybuch (explosie), wolność (vrijheid) en walka (strijd). Het uur ‘W’ wordt op 17:00 uur vastgelegd.
Eén van de verzetsgroepen stuit op weg naar een ontmoetingspunt al om half twee op Duitse troepen. Hiermee barst de strijd al eerder los. Deze en enkele andere schermutselingen zijn voor de Duitsers een teken dat de Polen in opstand komen. Om vijf uur begint de echte aanval. De opstandelingen bestormen diverse gebouwen en Duitse stellingen.
Aan de strijd neemt ca. 30.000 opstandelingen deel, overwegend zeer jonge mensen, waarvan maar 10 procent bewapend. Hoewel al snel de Poolse vlag wordt gehesen op het hoogste gebouw van de stad, zijn enkele belangrijke doelstellingen niet behaald. Zo is het plein voor het paleis en de luchthaven niet in de handen van de opstandelingen. Zo mogelijk nog belangrijker: De twee belangrijkste bruggen over de rivier Vistula zijn nog in Duitse handen.
Daarbij heeft de strijd veel levens gekost. Op de eerste dag vallen ca. 2.500 doden wat vergelijkbaar is met het aantal geallieerden dat sneuvelde op de eerste dag van de landingen in Normandië op 6 juni 1944. Toch slagen de opstandelingen erin een groot deel van de stad onder hun controle te krijgen al is het in meerder van elkaar geïsoleerde delen (zie afbeelding).
De Duitse reactie
Direct na het begin van de opstand werd het staande garnizoen versterkt en op 4 augustus boeken de Duitsers de eerste terreinwinst. In de wijken achter het front worden burgers op het uitdrukkelijke bevel van het SS-hoofd, Heinrich Himmler, stelselmatig vermoord, hun bezittingen geroofd en huizen vernield. De stad moest met de bodem gelijk worden gemaakt om als schrikvoorbeeld te dienen in de rest van het door de Duitsers bezette Europa. De schattingen van het aantal slachtoffers alleen in de eerste week lopen uiteen van 20.000 tot 50.000 of zelfs 100.000.
Deze moordpartijen hebben tot doel de moraal van de opstandelingen te breken. Ook gevangen genomen verzetsleden worden standrechtelijk geëxecuteerd. Vanaf de tweede helft van september verandert deze houding van de Duitsers en worden de opstandelingen vaker volgens de conventie van Geneve als krijgsgevangenen behandeld.
Een maatschappij in het klein
Ondanks de moeilijke omstandigheden vormt het door de opstandelingen bevrijde gebied een maatschappij in het klein. Er zijn ziekenhuizen om voor de gewonden te zorgen, fabrieken waar wapens en munitie worden gemaakt, men beschikt over eigen radiostation, er worden kranten en pamfletten gedrukt en kerkdiensten gehouden.
Cruciaal is uiteraard het voeden van de bewoners en opstandelingen. Vooraf was niet gerekend op een strijd die weken of zelfs maanden zou duren en er zijn dan ook geen grote voorraden. Na de verovering van een brouwerij wordt bijvoorbeeld de gerst verspreid op basis waarvan soep van wordt gemaakt.
De opstandelingen verplaatsen zich niet meer over straat maar door de huizen, kelders en riolen. Deze worden gebruikt om te vluchten voor de oprukkende Duitsers en bij het verlaten van de oude stad. Om dit te verhinderen verhogen de Duitsers het waterniveau en gooien ze er granaten en giftige stoffen in.
Hulp uit het Westen
Vanaf de tweede dag staan de bevelhebbers weer in radiocontact met de regering in Londen. Het Westen is op de hoogte van de opstand.
Reeds in de nacht van 4 op 5 augustus verschijnen, opgestegen vanuit Italië, de eerste geallieerde vliegtuigen boven de stad die voorraden droppen. Per vlucht leggen ze een afstand af van bijna 3.000 km, een vlucht duurt ongeveer 10 uur. Stalin staakt het offensief richting Warschau en geeft aan zijn troepen het bevel om alle geallieerde machines te weren van vliegvelden in de buurt van de stad die in de handen van Russen liggen.
Een in de stad aanwezige Engelsman, John Ward, doet via de radio verslag. De krant ‘The Scotsman’ bericht over het verloop van de opstand:
- 11 augustus: 'The third battle of Warsaw is being waged without the Allies and without the material support that could have been expected (...). The inhabitants of Warsaw are right to ask "Where are our friends?"'
- 19 augustus: ‘Aid for Warsaw: Night Bombers from Italy Drop Supplies. 20 Aircraft Lost’
- 21 augustus: ‘German Bombing and Shelling’ en ‘Large area ablaze’
- 28 augustus: ‘Enemy Use Flame-Throwers’ en ‘Many hostages shot’
- 2 september: ‘Poles losing ground in Warsaw’
Voor de luchtbrug vraagt het Westen de Sovjets om de toestemming gebruik te maken van vliegvelden. De toestemming komt op 18 september. Pas dan kan de Amerikaanse luchtmacht vanuit Groot Brittannië naar Warschau vliegen om voorraden te droppen. De nachtvluchten vanuit Italië (uit Brindisi en Foggi) worden vooral verzorgd door de Britse luchtmacht. Daaronder bevinden zich ook Poolse vliegtuigen van 1586 Polish Special Duties Flight maar Zuid-Afrikanen.
Meer hulp dan deze bevoorradingsvluchten geeft het Westen niet. Wel worden op 29 augustus de strijders van de AK door de Britten en Amerikanen officieel als militairen erkend en de AK als onderdeel van de Poolse strijdkrachten.
Gegeven dat de opstand ook in het Westen bekend was en zelfs in de pers verscheen is de frustratie van de Poolse para’s in Groot Brittannië goed te begrijpen. Hun landgenoten vechten een harde strijd om de hoofdstad, het doel waarvoor zij speciaal getraind zijn. Het verzoek van de Poolse regering om inzet van de 1ste Onafhankelijke Parachutistenbrigade in de strijd om Warschau is door de Britten afgewezen. De Polen worden ingezet aan het westfront (zie Driel44). Uit protest gaan ze halverwege augustus in hongerstaking.
De Sovjets kijken toe
De opstand begint op het moment dat de Sovjets dichtbij komen. Toch duurt het nog tot 10 september voordat de Sovjets, met daarbij de 1ste Poolse Infanterie Divisie (zie Eigen landgenoten komen te hulp) de wijk Praga van Warschau innemen op de oostoever van de Vistula.
Zowel voor, als na de inname van Praga, doen de Sovjets geen inspanning om de opstandelingen te ondersteunen. Zo hadden de Sovjets luchtsteun kunnen geven, de Duitse bommenwerpers kunnen aanvallen of met artillerievuur de Duitse posities onder vuur kunnen nemen. De Sovjets weigeren zelfs lange tijd toestemming te geven voor het gebruik van de vliegvelden door bommenwerpers uit het Westen. Volgens historicus Norman Davies ‘waren [de Duitsers] net zo verbaasd over het feit dat de SS er niet in slaagde de opstand te beëindigen als over het gebrek aan Russische steun aan de opstand om een sterk bruggenhoofd te vestigen op de westoever van de Wisla.’
Landgenoten komen te hulp
Polen vechten niet alleen samen met de westerse geallieerden maar ook samen met de Russen. Polen, die gevangen genomen werden na de bezetting door de Sovjets in september 1939, werden Russische bondgenoten op het moment dat Duitsland Rusland aanviel. De tot dan toe door de NKVD gevangen gehouden generaal Anders begint met het oprichten van een Poolse legereenheid.
Na grote druk uit het Westen mogen de Polen van de Sovjets via Iran en het Middenoosten naar Afrika vertrekken. Het leger van Anders vecht mee in Italië en is vooral bekend om de inname van Monte Casino.
Tijdens het vertrek uit Rusland deserteren drie officieren, waaronder Generaal Berling. Hij sluit zich aan bij de Russen en wordt daar generaal van de Poolse 1ste Tadeusz Kościuszko Infanteriedivisie. Deze divisie maakt deel uit van de Sovjettroepen die op de oever van de Vistula in Praga stilhouden.
Op 16 september steken militairen van de divisie de rivier over om de opstandelingen te hulp te komen. Deze hulp is echter te beperkt van omvang en nog steeds wordt er geen lucht- of artilleriesteun verleend. Deze oversteekpoging mislukt. Of deze inzet een onafhankelijke keuze was van Berling is niet bekend maar opvallend is wel dat kort daarna Berling van zijn post wordt ontheven en overgeplaatst naar een militaire academie in Moskou.
De opstand komt ten einde
Halverwege september, anderhalve maand na het begin van de opstand, hebben de opstandelingen nog minder dan de helft van het oorspronkelijke gebied onder controle. De oude stad is verloren aan de Duitsers. Eerder in september was een capitulatie overwogen maar met de Sovjetopmars in Praga wordt besloten om door te vechten.
Op het moment dat de Poolse para’s worden ingezet in Nederland in de operatie Market Garden, verliezen de opstandelingen steeds meer terrein. Uiteindelijk besluiten de bevelhebbers te onderhandelen over een capitulatie. Belangrijke voorwaarden zijn daarbij: een vrijgeleide voor de bevolking en de erkenning van de militaire status van de opstandelingen. De Duitsers staan dit toe.
Op 2 oktober wordt de capitulatie getekend. De inwoners van Warschau en de opstandelingen, die de opstand hebben overleefd, verlaten de stad.
Tijdens de opstand komen in totaal 18 000 opstandelingen en maar liefst 180.000 burgers om het leven.
De vernietiging van de stad
Nadat alle opstandelingen en bewoners zijn vertrokken, wordt door de Duitsers de stad voor een groot deel met de grond gelijk gemaakt. Samen met de schade van de eerdere opstand in het Ghetto in 1943 en de schade van het bombardement in 1939 is de stad aan het einde van de oorlog voor meer dan 80% verwoest.
Op de site van de Poolse krant Gazeta Wyborcza zijn luchtfoto’s te vinden van Warschau door de jaren heen daarbij ook een foto van de oude stad in 1945 (zie afbeelding onderaan het bericht).
De onderdrukking van de AK door de Sovjets en communistisch bewind in Polen
Na de overwinning op de Duitsers vestigen de Sovjets, de inspanningen van de regering in ballingschap in Londen ten spijt, een communistische regering in Polen.
De Sovjets erkennen alleen de leden van de Armia Ludowa (het Volksleger) als verzetsstrijders. De AK wordt beschouwd als terroristische organisatie met het doel het verzet tegen de Sovjets en de ondermijning van het communistische systeem.
Vele leden van de AK maar ook van de regering in ballingschap worden in de nasleep van de opstand en ook na de oorlog gearresteerd en berecht:
- Kapitein Pitelski, pseudomniem ‘Roman’, wordt geëxecuteerd in 1948;
- Generaal Okulicki, opvolger van generaal Bór-Komorowski na zijn gevangenschap, overlijdt in 1946 onder verdachte omstandigheden in de gevangenis Lubyanka;
- Generaal Fieldorp, ‘Nijl’, de plaatsvervanger van generaal Okulicki, wordt geëxecuteerd in 1953;
- Alexader Krzyżanowski, ‘Wilk’, overlijdt in 1949 in de Poolse gevangenis Mokotov;
En ook de auteur van de in het begin van dit artikel aangehaalde uitspraak “Wij wilden vrij zijn en deze vrijheid niet aan iemand verschuldigd zijn”, Jan Stanisław Jankowski, afgevaardigde van de Poolse regering in ballingschap, wordt samen met generaal Okulicki door de NKVD gearresteerd en overlijdt in gevangenis in 1953, kort voor zijn vrijlating, onder onbekende omstandigheden.
De meeste afbeeldingen zijn opgenomen bij 'In Beeld'. Klik op de foto en bekijk niet alleen de foto in groot formaat maar lees ook eventuele aanvullende informatie.
Onderstaande video van Gazeta Wyborcza toont het verloop van de opstand.
Leeswijzer
In dit artikel wordt Norman Davies aangehaald. Een Brits historicus, woonachtig in Polen, schreef een zeer gedetailleerd boek Rising '44: The Battle for Warsaw wat verkrijgbaar is op Amazon of Bol.com. Een aanrader voor iedereen die zich verder wil verdiepen in de opstand en de context waarin deze plaatsvond.
Buitenlanders in de opstand
Warschau was voor de oorlog (net als nu) een metropool en trok dus ook mensen en bedrijven vanuit buiten Polen aan.
Een van de bedrijven was Philips. Kort voor de opstand komt de Nederlander Charles Douw van der Krap aan in Warschau nadat hij is ontsnapt uit Duits krijgsgevangenschap. Hij sloot zich aan bij de AK en verzorgde voor Philips de ontruiming van de fabriek ter plaatse voor het oprukkende oorlogsgeweld. Zo kwam hij ook terecht in de opstand.
Een ander bijzonder verhaal is dat van muzikant August Agboola Browne. Browne kwam in 1922 aan in Polen vanuit Nigeria, destijds een Britse kolonie, en werd een gevierd jazzpercussionist in het Warschau van de jaren 30, bekend om zijn aantrekkelijkheid en charisma. Hij sloot zich aan bij de verzetsbeweging vanaf de tijd van de Duitse invasie in 1939 en vocht vervolgens mee in de opstand onder de codenaam "Ali".
0 Responses