Mijn Poolse Huis - Vakanties naar Auschwitz
Bij De Geus verscheen “Mijn Poolse huis” van Dore van Duivenbode waarin ze − dochter van een naar Nederland geëmigreerde Poolse − terugkeert naar het familiehuis van haar moeder in het Poolse plaats Oświęcim, in Nederland vooral bekend onder de Duitse naam Auschwitz.
De terugkeer van Dore naar Oświęcim, waar ze meerdere zomers doorgebracht had, is een zeer persoonlijk verhaal. De schrijfster neemt afscheid van het ondertussen vervallen familiehuis met afgebladerde verf, kapotte leidingen, een marter als enige bewoner en everzwijnen die de tuin omploegen. Tegelijkertijd sluit ze een periode in haar leven af die met het overlijden van haar moeder en haar Poolse oma ten einde liep.
Verhalen over het verleden
De verhalen die Van Duivenbode in haar boek opschrijft vertellen over het verleden: over de kinderjaren van Dore die met haar moeder en broer regelmatig naar Polen reisde met een Barbie-roze bus van de Poolse vervoersmaatschappij Karolina via de snelweg aangelegd in de Tweede Wereldoorlog, door dwangarbeiders. Over de denigrerende controles aan de Duits-Poolse grens voor de val van het communisme. Over de vriendschappen en de stoere plannen voor de toekomst van haar Poolse nichtjes en vriendinnen die zo snel mogelijk uit Oświęcim weg wilden maar die daar bijna allemaal na verloop van tijd naartoe terugkeerden.
Verhalen over familiebijeenkomsten, familieruzies en de steeds op elkaar botsende culturen. Zo woonde haar gelovige oma in een klein flatje vol met Christusbeelden: “De ene klok was een vergulde Jezus Christus, de andere een Jezus van plastic. Boven de bank hing een houten Jezus aan een houten kruis. Boven de deur een porseleinen Jezus, geschilderd op een bord.” Zij nam haar dochter kwalijk dat die gescheiden was en niet meer naar de kerk ging. Oma vond ook de belangstelling voor de geschiedenis van Auschwitz en voor de verdwijnende overblijfselen van het concentratiekamp die de moeder van Dore, Barbara Starzyńska, en haar partner, Hans Citroen toonde, maar raar. Hun bevindingen schreven ze op in hun boek “Auschwitz – Oświęcim” (2011). Lees meer hierover in De Groene Amsterdammer of de NRC.
Leven in de schaduw van Auschwitz
Zo gaat “Mijn Poolse huis” dus niet alleen om het leven van Dore. Het is ook een verhaal van een plek die voor de hele wereld symbool staat voor de Holocaust maar die na de Tweede Wereldoorlog een thuis werd voor duizenden Polen die daar het onderdak vonden en werk in een grote chemische fabriek. Waar mensen hun leven leefden zonder al te veel aan de gruwelijkheden van de oorlog te denken. Waar ze liefhadden, kinderen kregen, vreemdgingen en oud werden. “Nadenken is een luxe”, zei oma een keer tegen haar kleindochter. “De oorlog had alles vernietigd (…). De fabriek was in slechte staat, de stad moest worden opgebouwd”.
“Nadenken is een luxe”
Van Duivenbode spreekt ook andere bewoners van de stad en hoewel iedereen de last van het verleden voelt, is het antwoord dat ze krijgt wanneer ze vraagt naar de periode tijdens en na de oorlog vaak: “Toen was toen en nu is nu.”
Het boek van Dore van Duivenbode is kritisch en rauw. De schrijfster schuwt pijnlijke onderwerpen niet, ze verbloemt niets maar probeert de anderen ook te begrijpen. Door de persoonlijke benadering en het vervlechten van een privéverhaal met de geschiedenis is het eindresultaat zeer aangrijpend.