Op 18 september wordt de tweede lift ingevlogen. Dit betreft de Britse 4th Parachute Brigade die springt boven de Ginkels Heide: DZ-Y. Daarnaast vliegen ruim 270 gliders naar de al eerder gebruikte LZ-S en X.
Aan boord van de gliders zitten ook de eerste Polen die landen.
De situatie op de grond
Rond de brug in Arnhem krijgen de Britten te maken met meerdere aanvallen. Een daarvan komt vanuit het zuiden over de brug. Alle aanvallen worden afgeslagen. Hiermee lukt het de Britten de noordelijke toerit van de brug in handen te houden. De Duitsers moeten dan via een veer bij Pannerden de troepen de Rijn overzetten die naar Nijmegen op willen rukken: Dit levert hen veel vertraging op.
Doordat de Britten een minimale bezetting handhaven rond LZ-S kunnen ze nog extra troepen naar Arnhem sturen. Aan de zuidkant van de andere LZ’s zijn al diverse aanvallen van Duitse troepen afgeslagen.
Vertraging
Oorspronkelijk is de planning dat de luchtvloot start om 10:00 ’s ochtends. Door het slechte weer wordt dit echter enkele uren uitgesteld. Marek Święcicki beschrijft in zijn boek dat ook bij de start nog sprake is van een dichte bewolking waardoor hij geeneens de grond kan zien van het land dat hem, ‘verbannen uit zijn eigen land’, bijna net zo dierbaar was geworden als zijn vaderland.
Marek Święcicki zit met onder andere kapitein Zwolański in een zweefvliegtuig dat voorzien is van de namen van drie van de Poolse meisjes van de soldaten aan boord. Verder zijn nog vier Polen aan boord, een voorhoede van het brigadehoofdkwartier. In totaal is sprake van 10 zweefvliegtuigen met Polen, in twee daarvan bevindt zich zware uitrusting van de geniecompagnie. In de zeven andere zweefvliegtuigen zit de 3de batterij van de antitankafdeling: 5 stuks geschut, zeven jeeps, twee munitiewagens en in totaal 17 Poolse militairen.
De dropping op de Ginkelse heide
De dropping van de Britten op de Ginkelse heide gebeurt onder Duitse beschieting. Via deze link zijn onder andere beelden te zien van deze beschietingen door de Duitsers.
De landing van de zweefvliegtuigen: De eerste Polen landen
De dag daarvoor, op 17 september, gedropte luitenant Pronobis zit aan de rand van de akkerland de Poolse gliders op te wachten. Er is geregeld vuurcontact met Duitse troepen die geschut opstellen om de zweefvliegtuigen te beschieten.
Ondanks dat landen de ruim tweehonderd zweefvliegtuigen overwegend zonder problemen. Ook de tien Poolse gliders landen zonder problemen en worden snel gelost. De batterij rijdt over de weg langs het spoor naar Wolfheze met de intentie om op te rukken naar Arnhem. Doel was immers om daar de oostkant van de stad te bezetten.
Op naar Oosterbeek
Van Britten krijgen de Polen te horen dat Arnhem onbereikbaar is dus rukken ze op naar Oosterbeek om daar de stukken op te stellen rond de kruising Utrechtseweg met Oranjeweg, in de buurt van het Britse hoofdkwartier in Hotel Hartenstein.
Święcicki ontmoet in Wolfheze Britten die dan al bijna een etmaal onafgebroken hebben gevochten. In zijn rit naar Hartenstein ziet hij overal sporen van strijd en ook komt hij langs de stukgeschoten Duitse stafwagen van Kussin op de kruising van de Wolfhezeweg en de Utrechtseweg.
De oorlog komt – kort – in Driel
Bij de tweede lift vliegt ook een Amerikaan mee: luitenant Davis. Oorspronkelijk was zijn rol om te communiceren met de Amerikaanse luchtmacht die ondersteuning kon leveren aan de luchtlandingstroepen op de grond. Omdat deze steun, volgens de planning, geboden wordt door de Britten zelf, is zijn deelname niet meer noodzakelijk. Toch besluit hij vrijwillig mee te gaan. Zo vliegt hij mee in één van de gliders.
Door hevig afweervuur komt zijn zweefvliegtuig ongeveer 5 minuten te vroeg los en landt hij en overige bemanning in de buurt van Zetten. Samen met de inzittenden van nog twee daar gelande zweefvliegtuigen worden ze door een majoor van het Nederlandse verzet naar het veer bij Driel geleid.
In Driel willen een aantal Duitsers zich overgeven. Het blijken Polen te zijn die, gedwongen in Duitse dienst, geen zin hebben in gevechten. Omdat de Britten en de Amerikaan snel door willen en de Drielenaren geen ‘Duitsers’ gevangen kunnen nemen in bezet gebied, worden ze weer vrij gelaten.
De groep steekt met behulp van het veer de Rijn over en rukt op naar het oosten tot ze bij een spoorwegstation (vermoedelijk Oosterbeek Laag) worden tegengehouden.
Beelden van de eerste twee dagen
Onderstaande film van het Imperial War Museum bij dit artikel toont onder andere de sleepvluchten gefilmd vanuit de zweefvliegtuigen. De viermotorige vliegtuigen zijn Stirlings. Ook zien we droppingen van parachutisten uit tweemotorige Dakota’s (zoals de Britten de vliegtuigen noemen, de Amerikanen noemen dit type 'Skytrain').
De beelden geven een goede indruk van de landingen van Gilders en het uitladen door het verwijderen van de staart.
Verder worden beelden getoond van Britten in Wolfheze maar ook de kapotgeschoten stafauto van de Duitse generaal Kussin die Święcicki onderweg naar Oosterbeek op de route ziet.
Aan het einde komt een opgesteld 6 ponds antitankgeschut in beeld, het type waarmee de Poolse anti tank batterij is uitgerust.
Beelden van IWM collectie nummer A70 168-2
Dit bericht is opgenomen in ons Dossier Driel44 waar het hele verloop van de slag is na te lezen.