Steenkool als kurk onder de economie
Maandag 3 december begint in Katowice de grote internationale klimaattop ´24th Conference of the Parties to the United Nations Framework Convention on Climate Change´, kortweg COP24. De keuze voor deze locatie is opmerkelijk omdat Katowice in het hart van Silezië ligt. De regio waarin historisch de mijnbouw en zware industrie het landschap en de lucht kleurt. Rond deze tijd van het jaar is de lucht gevuld met de vettig geur van steenkool gestookte kachels.
Naar aanleiding van COP24 verschijnen dan ook verschillende berichten in de media over deze regio. Jenne Jan Holtland schetst het heel typerend in zijn artikel in de Volkskrant:
“Als de congresgangers straks in de pauzes een wandelingetje maken door congresstad Katowice, ademen ze een fijnstofconcentratie in van drie à vier keer de toegestane norm in Europa. Nu het winter is en de luchtcirculatie afneemt, blijft de smog als een vettig deken boven de daken hangen. De doorsnee Pool leeft hier korter dan zijn landgenoten in het noorden.”
In zijn artikel laat Jenne Jan voor en tegenstanders van de mijnbouw in de regio aan het woord. De winning van steenkool is namelijk nog steeds een kurk waar de economie op drijft ook al zijn er al veel mijnen en zware industrie gesloten.
Steenkool verslaving en smog
De reportage die de NOS maakte laat zien hoe een huishouden 2.000 tot 4.000 kilo kolen nodig heeft om de winter door te komen. Ironie: Door de klimaat verandering en de zachtere winters heeft de mevrouw in het filmpje tegenwoordig minder kolen nodig.
Boeiend is ook de opvatting van de mijnbouwdeskundige van de universiteit van Katowice, Iwona Jelonek: "Polen wil Europa en de rest van de wereld laten zien dat er wel degelijk toekomst is voor steenkool. En dat er ook schone vormen zijn van steenkoolverbranding." Ze wijst op hybride kachels die ook gas gebruiken.
Wat daarbij ongetwijfeld meespeelt is geopolitiek: Polen zag met lede ogen aan hoe Rusland en Duitsland een pijpleiding legden door de Oostzee voor Russisch gas. Een machtsmiddel dat Rusland nog met regelmaat benut om de vroegere vazalstaten onder druk te zetten. Met de keuze voor de eigen kolenvoorraad kan Polen op dit vlak onafhankelijk blijven en de mijnbouw en mijnwerkers in eigen land te vriend houden. Keerzijde is de aanslag op de eigen leefomgeving wat leidt tot toenemende protesten. Het is vermoedelijk een kwestie van tijd voordat deze protesten de overhand krijgen als vraagt het vermoedelijk een regering van een andere signatuur voordat dit ook in Warschau gehoord wordt.
Steenkool of gas: Polen en Nederland hebben allebei nog een weg te gaan
In het acht uur journaal, waar dit item onderdeel van uitmaakte, wordt ook gesteld dat Polen voor 80% gebruik maakt van steenkool voor de energievoorziening tegen 30% in Nederland. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat Polen niet beschikt over aardgas. Dit wordt duidelijk als we kijken naar cijfers van Eurostat over de productie van energie in 2014:
- Polen produceerde 67 Mtoe waarvan 80% kolen, 0% gas en 12% hernieuwbaar;
- Nederland produceert 58 Mtoe waarvan 0% kolen, 85% gas en 8% hernieuwbaar.
Kijkend naar de productie per hoofd van de bevolking lijkt Nederland veel verslaafder aan energie en was in 2014 in ieder geval nog minder sprake van hernieuwbare energie in Nederland. Daar staat tegenover dat de verbranding van gas uiteraard wel leidt tot CO2 uitstoot, net als kolen, maar gas veroorzaakt veel minder smog. Dit is in Polen een groot probleem. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Kraków op enkele tientallen kilometers afstand in dit overzicht van Numbeo in de top tien van meest vervuilde steden van de EU staat. Een schrale troost, Skopje wint het met de titel ‘Meest vervuilde hoofdstad van de EU’ volgens de UN.
Afgelopen week beklommen activisten van Greenpeace nog schoorstenen van de grootste kolencentrale in Polen om aandacht te vragen voor deze ‘kolenverslaving’.
Het leven na de mijnsluiting in Bytom
In Nederland had het sluiten van de mijnen een grote impact op Limburg. Een vergelijkbare impact is er te merken in de regio rond Katowice. Jeroen Kuipers besteedt aandacht aan het verval van de stad Bytom. na het sluiten van acht van de negen mijnen. Hij doet dit in het hoofdstuk ‘Sileziërs werken harder’ in zijn recent verschenen boek. Een verval wat al inzette toen de mijnen er nog waren. In de jaren vijftig en zestig was de communistische regering alleen geïnteresseerd in de economische waarde van de kolenwinning in het tot voor de oorlog Duitse gebied. Er was geen aandacht voor het behoud van de van oorsprong Duitse architectuur.
Na de val van het communisme met het sluiten van de mijnen volgt ook een economische achteruitgang. De komst van bijvoorbeeld Opelfabrieken in het naburige Gliwice bracht onvoldoende werkgelegenheid om het tij te keren. Vanuit Brussel is er nu een investeringsprogramma van 160 miljoen Euro. Deels te besteden aan infrastructuur maar voor een deel ook in de scholing van de bewoners zodat ze betere kansen krijgen op de arbeidsmarkt.
Industrieel erfgoed
Jeroen Kuipers maakt, niet onterecht, de vergelijking met het Duitse Roergebied. Hier is het industriële erfgoed opgegaan in parken en biedt het ruimte aan creativiteit en een nieuwe kenniseconomie. Met de juiste plannen zou dit ook in de omgeving van Bytom kunnen.
Een van de meest kenmerkende overgebleven gebouwen is de toren van de mijn ‘Krystyna’, de oorspronkelijke Kaiser Wilhelm Schacht. Voor deze 57 meter hoge kolos bestaan plannen (klik hier voor een impressie) om er een hotel of appartementen van te maken. Aan de voet ligt al een golfterrein. De toren zelf leent zich voorlopig alleen voor mooie foto’s van vergane glorie zoals de bij dit artikel gebruikte afbeeldingen van bytom.pl.
Via deze link zijn nog meer foto’s te vinden.
Vorige week schreven we al over Katowice zelf, de stad waar COP24 wordt gehouden.