Op deze pagina brengen we alle eerdere berichten samen die verschenen zijn over de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade en hun bijdrage aan de bevrijding van Nederland ten tijde van hun inzet bij operatie Market Garden in september 1944. Daarbij beginnen met de aanloop daar naartoe.
Alle losse berichten kan u nalezen door de tag ‘Driel44’ aan te klikken waardoor u zelf door de berichten heen kunt browsen. Hieronder bieden we u alle berichten aan in chronologische volgorde. Op die manier heeft u op een pagina het hele dossier binnen handbereik.
Voor de historische context van de Tweede Wereld oorlog in Polen en de Opstand van Warschau verwijzen we naar de twee daarover op onze site verschenen berichten.
De Poolse parachutisten van Driel 1944: Het begin van een verhaal
In september 1939 begint de Tweede Wereldoorlog met de inval van Duitse en Russische troepen in Polen. Nadat de slag om Polen is verloren vluchten veel Poolse militairen naar het buitenland. Ook de regering wijkt uit, eerst naar Frankrijk en daarna naar Londen.
In Groot-Brittannië wordt opnieuw het Poolse leger gevormd. Poolse soldaten vechten onder de leus "Voor uw vrijheid en de onze" aan het westfront aan de zijde van Amerikanen, Britten en Canadezen tegen de Duitse agressor.
Op 6 juni 1944 vindt de D-Day plaats die de invasie van de geallieerde troepen in West-Europa inluidt, bekend onder de codenaam Operatie Overlord. Op dezelfde dag komt de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade, die in Schotland onder leiding van kolonel Stanisław Sosabowski speciaal opgericht is om Polen te bevrijden, officieel onder Brits commando.
Meer over de Polen en de Tweede Wereld oorlog is te lezen in een twee apart artikelen. Ga naar deel 1.
#Driel44
Rond de 70ste herdenking vertelden we van dag tot dag door middel van tweets #Driel44 over de bijdrage van de Poolse Brigade zeventig jaar geleden aan de bevrijding van West-Europa en in het bijzonder aan de Operatie Market Garden in september 1944 en hun inzet bij Oosterbeek en Driel.
De frequentie en het aantal van de berichten nam parallel aan de historische gebeurtenissen toe en culmineerden in de tweede helft van september wanneer, zeventig jaar geleden, de Slag om Arnhem werd uitgevochten.
Samenwerking
Een aantal tweets vulden wij op deze website en via onze Facebookpagina aan met beeld en extra informatie. Dit doen wij in samenwerking met het Airborne Museum in Oosterbeek, Stichting Driel-Polen en Studio Vaessen.
Meer informatie over de toedracht van de Slag om Arnhem en de rol van 'de Polen van Driel' vindt u op de website van de Liberation Route en na verloop van tijd uiteraard ook op deze pagina. Zo schetsen wij ook de historische context van de ontwikkelingen in Polen zelf.
Een vaandel met een verhaal
Op 15 juni 1944 vond in Schotland een feestelijke ceremonie plaats: de officiële overdracht van een, voor de Eerste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade, heel bijzonder vaandel. Hiermee ging een wens van de net tot generaal gepromoveerde Sosabowski in vervulling.
Hoewel de brigade reeds over twee standaarden beschikte die aangeboden waren door respectievelijk Britse para’s en burgers van Schotland, ontbrak nog een traditionele Poolse militaire standaard: een wit vlak met daarop een rood Maltezer kruis.
Para’s gedropt in Polen in 1942 met geld en wapens bestemd voor het Poolse verzet kwamen in Warschau in contact met de eigenaresse van een atelier waar voor de oorlog militaire vaandels werden gemaakt. Samen met enkele van haar oud medewerksters heeft zij, in het geheim, het vaandel gemaakt. Voor het rode hebben de vrouwen een 18de eeuwse kardinaalsmantel gebruikt. Hoewel uit noodzaak –in de oorlog was het materiaal schaars – kreeg het vaandel daarmee gelijk historische waarde. Op het vaandel staat de tekst: WARSZAWA 1942 en SURGE POLONIA (Polen overwint).
In april 1944 landde in het door de Nazi-Duitsland bezette Poolse gebied, op een clandestien vliegveld, een geallieerd transportvliegtuig uit Italië met het doel vijf vooraanstaande Polen op te pikken. Drie militaire leiders van de Armia Krajowa (het Binnenlandse Leger) en twee politici vlogen via Italië naar Groot Brittannië terug. Zij namen het vaandel mee dat de bevelhebber van de Poolse strijdkrachten, Generaal Sosnkowski, eind april overhandigde aan Sosabowski.
Sosabowski noteerde later in zijn boek ‘Langs de kortste weg’: ‘Een brigade die op 6 juni overgedragen werd aan de geallieerde strijdkrachten voor militaire operaties aan het Westfront, kreeg een vaandel uit het Vaderland dat haar om hulp riep. De gevoelens van alle para’s waren op het moment van de vaandeloverdracht dezelfde. Enerzijds het gevoel van trots dat dergelijke eer haar ten deel viel, anderzijds verbittering omdat iedereen wist dat wij niet naar Polen zullen vliegen ...’
Op de foto een bijzondere enveloppe met daarop een afbeelding van het vaandel en op de postzegel de beeltenis van Sosabowski. Deze postzegel is uitgegeven in 1989. Op deze manier werd de generaal na de val van het communisme geëerd in eigen land.
Beide onderstaande zwart-wit foto's tonen het vaandel ten tijde van de overdrachtop 15 juni (beide foto's via het Muzeum WP).
"Ik krijg steeds meer bewondering voor Sosabowski!"
Juni 1944 - Op het vaste land van Frankrijk leveren de op D-Day gelande geallieerde troepen slag met de Duitsers. Er wordt slechts langzaam vooruitgang geboekt. Zo wordt de stad Cean pas op 21 juni op de Duitsers veroverd, twee weken na de landing op de stranden op nog geen 15 kilometer afstand. Het is tegen deze achtergrond dat het Britse opperbevel herhaaldelijk aandringt op een snelle inzetbaarheid van de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade.
"Niet voordat ze klaar zijn!"
Generaal Sosabowski, de bevelhebber van de brigade die sinds het begin van de maand onder Brits commando staat, is stellig. Zijn mannen worden niet ingezet voordat ze er volledig klaar voor zijn. Zo geeft hij ook te kennen op 25 juni 1944 aan generaal Browning van de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie. Zijn mannen zouden niet eerder dan in augustus klaar zijn voor inzet. Generaal Browning zegt de Polen de medewerking toe met het beschikbaar stellen van materieel. Daarmee komt een eind aan vier jaar in Schotland en verhuist de brigade naar Stamford, in de Midlands, voor de laatste fase van de training.
Sosabowski als commandant
Vanaf het begin van zijn carrière als militair is Sosabowski ervan overtuigd geweest dat een goede soldaat een fitte soldaat is. Dit vraagt om een degelijke (fysieke) training en goede verzorging. Deze benadering levert hem al snel de bijnaam 'de winkelier' op omdat hij altijd wel wat weet te regelen voor zijn mensen.
Trainen in Schotland
Na het oprichten van de brigade begint de training in Largo House in Schotland. Daar wordt een stormbaan gebouwd waar de soldaten op trainen. Deze stormbaan krijgt de bijnaam Monkey Grove.
Voor het trainen van de parachutesprongen ontwikkelen de Polen een speciale springtoren. Dit concept wordt door de Britten overgenomen. De opleiding staat zo goed aangeschreven dat militairen van verschillende landen bij de Polen meetrainen: 238 Fransen, 172 Noren, 4 Nederlanders, 4 Belgen en 2 Tsjechen ontvangen dan ook het Poolse para-insigne.
De Polen ontdekken ook hoe je een parachute enigszins kan besturen. De Amerikanen nemen deze techniek over en noemen het de 'Poolse methode'.
De 'oude' Sosabowski traint mee
Sosabowski is veeleisend richting zijn mannen. Met zijn leeftijd van 52 jaar (in 1944) krijgt hij onder andere de bijnaam 'Stary' of 'Oude' maar dan wel één die niet onderdoet voor zijn jongere soldaten en actief deelneemt aan de trainingen. Zo is hij zelf ook regelmatig op de stormbaan te vinden. Mede daardoor kan hij op veel respect rekenen van zijn mannen. De uitspraak "We worden in hoog tempo klaargestoomd voor eventuele inzet al in augustus. Ik krijg steeds meer bewondering voor de oude Sosab #Driel44" is daarop gebaseerd.
Op deze Poolse site staan foto's van Largo House en van de Monkey Grove waar ook geheimagenten van het Poolse verzet, de Cichociemni of de Stillen en Onzichtbaren, werden getraind.
Tragisch begin laatste fase training
Na de verhuizing naar de Midlands begint op 8 juli de operationele training. De avond voorafgaand aan deze training zijn er twee parachutisten met een slecht voorgevoel. Eén daarvan, soldaat Podolski sluit een weddenschap met een kameraad. Het geld wat hij inzet moet, als hij gelijk krijgt, maar gebruikt worden voor een krans.
De parachutisten starten op 8 juli met hun sprongen uit de C-47 Skytrain, zoals de Amerikanen het vliegtuig noemen wat bekender is onder de naam Dakota. Bij één van de oefenvluchten komen twee Dakota's met elkaar in botsing en storten neer. De zeven Amerikaanse bemanningsleden en de zesentwintig Poolse parachutisten komen om het leven. De Polen worden begraven op de begraafplaats in Newark waar ook andere Polen begraven zijn, waaronder Generaal Sikorski.
Generaal Sikorski was de eerste bevelhebber van de Polen in Engeland die een jaar eerder was omgekomen bij een vliegtuigongeluk in Gibraltar. Hij vaardigde al in oktober 1940 een bevel uit voor het oprichten van de verschillende Poolse krijgsdelen die nodig waren voor de bevrijding van het eigen land, waarvoor uit eindelijk ook de brigade wordt opgericht.
Market Garden: Het Plan
Op 6 juni landen geallieerden in Frankrijk voor de bevrijding van West Europa. Lange tijd spelen de gevechten zich af in Normandië waarbij de geallieerden langzaam terreinwinst boekten. Na de insluiting van het Duitse Zeven Leger bij Falaise gaat het in een hogere versnelling en in korte tijd wordt Parijs ingenomen en rukken de legers op naar de Duitse grens, en door België naar het noorden. In dit artikel schetsen we op hoofdlijnen het plan ‘Market Garden’ waarin de 1ste Onafhankelijke Poolse Luchtlandingsbrigade wordt ingezet aan het front in West Europa.
Inzet van de parachutisten
Bij het oprukken van de grondlegers worden iedere keer nieuwe plannen gemaakt voor de inzet van luchtlandingstroepen waaronder de 1ste Onafhankelijke Poolse Luchtlandingsbrigade die sinds juni 1944 onder Brits bevel staat.
Deze plannen worden keer op keer afgelast omdat de beoogde doelen voor de para’s ingenomen worden door de grondtroepen. Begin september vertraagt de opmars, onder andere doordat de aanvoerlijnen vanuit Normandië te lang worden om de oprukkende legers te kunnen bijhouden.
De ambitie van Montgomery
In deze tijd komt de Britse veldmaarschalk Montgomery met het plan om een corridor door Nederland te creëren met behulp van luchtlandingstroepen. De parachutisten moeten in de corridor de bruggen over de grote rivieren innemen zodat het grondleger in één keer door kan stoten naar Arnhem. Dit deel van het plan krijgt de codenaam ‘Market’. Daarmee licht de weg open naar het voor tanklegers geschikte noorden van Duitsland en de weg naar Berlijn. De optimistische inschatting is dat de oorlog voor kerst 1944 beëindigd is.
Vaak wordt beweerd dat Montgomery´s ambitie was de Russen te verslaan in de race voor Berlijn. Of dit daadwerkelijk zo was, is de vraag aangezien al tijdens de conferentie in Teheran Stalin zijn invloed in Oost-Europa had bedongen. Daarmee lag de verdeling van Duitsland zo goed als vast. Wellicht streefde het opperbevel van de geallieerde troepen in het westen naar een verdere bezetting van Duits grondgebied om hiermee een status quo te scheppen in de hoop dat de Sovjets die niet zouden bediscussiëren laat staan met militaire middelen aanvechten.
Met de corridor naar Arnhem zou volgens het plan het in Nederland aanwezige Duitse leger worden ingesloten waarmee de linkerflank van de oprukkende troepen wordt afgeschermd. De plannen voor de grondtroepen die door deze corridor moeten oprukken krijgen de codenaam ‘Garden’.
In hoeverre dit plan is ingegeven als daadwerkelijk het meeste geschikte plan voor de verovering van het westen van Duitsland en de race naar Berlijn of dat Montgomery hiermee zijn Amerikaanse rivaal Patton wilde aftroeven die op de rechterflank van het geallieerde offensief optrok, is een vraag die historici mogen beantwoorden. Feit is wel dat met dit plan Montgomery alle middelen naar zich toe trekt.
Operatie Market: De landingen bij Arnhem
Bij de plannen die aan operatie Market Garden vooraf gingen, komt het tot een botsing tussen de Britse en Amerikaanse opperbevelhebbers rond een plan om de luchtlandingstroepen in te zetten in de buurt van Aken ten gunste van de opmars van de troepen van generaal Paton. Montgomery is boos en het komt zelfs zo ver dat de Britse generaal van de Britse luchtlandingstroepen Browning zijn ontslag indient. Dit trekt hij in nadat de hoogste bevelhebber aan het westfront, generaal Eisenhower, het plan afblaast.
De Britten komen nu met een plan voor landingen bij Nijmegen en Arnhem met het doel de bruggen over de Waal en de Rijn in te nemen. De operatie krijgt de code 'Comet' en wordt gepland op 8 september. Wegens het slechte weer, en om nieuwe analyse van de sterkte van de Duitse troepen in de omgeving te kunnen doen, wordt het plan op 10 september afgelast om nog diezelfde dag de basis te vormen voor het uitgebreidere operatieplan 'Market', te starten op 17 september.
Het doel in de omgeving van Arnhem is de verkeersbrug over de Rijn. De droppingsterreinen voor parachutisten en landingsterreinen voor zweefvliegtuigen met zwaarder materieel liggen tot op 16 kilometer van de brug vandaan, in de omgeving van Heelsum en Oosterbeek. Wegens gebrek aan transporttoestellen wordt verder besloten om de troepen in drie lifts over te brengen in drie opeenvolgende dagen. Eén lift per dag dus terwijl in Normandië, tijdens D-Day, twee lifts op één dag zijn overgebracht.
Bij de operatie Market Garden worden drie luchtlandingsdivisie ingezet: De 101ste Amerikaanse ‘Screaming Eagles’ in de omgeving van Eindhoven, de 82ste Amerikaanse ‘All American’ in de omgeving van Nijmegen en de 1ste Britse Luchtlandingsdivisie in de omgeving van Arnhem. Onder het commando van de Britse Divisie wordt ook de 1ste Poolse Onafhankelijke Parachutistenbrigade ingezet.
De inzet van de brigadeDe 1ste Onafhankelijke Poolse Parachutistenbrigade wordt in drie delen opgesplitst:
- Het zwaardere materieel wordt al op 16 augustus ingescheept naar Frankrijk om over land op te rukken. Op dat moment was nog niet bekend dat Arnhem het doel wordt van deze zogeheten ‘seaborne tail’. Door gebrek aan transportvliegtuigen worden hierbij ook acht 75-milimeter houwitsers vervoerd naast 113 voertuigen en 3 stuks antitankgeschut;
- De antitankafdeling, bewapend met 16 stuks 6 ponds antitankgeschut, wordt met zweefvliegtuigen overgevlogen op de tweede en derde dag naar de landingsterreinen aan de noordkant van de rivier waar ook de Britse troepen landen. Omdat in de zweefvliegtuigen niet voldoende ruimte is voor de vijfkoppige geschutsbemanningen, vliegen per stuk slechts twee Polen mee. De overige manschappen gaan mee met de dropping. De piloten van de zweefvliegtuigen worden tot de komst van de para’s ingezet als geschutsbemanning. Volgens het oorspronkelijk plan moeten de antitankafdeling de noord-oostflank bezetten als de Airborne Divisie Arnhem die heeft ingenomen;
- De rest van de Poolse brigade springt volgens het plan op de derde dag in de buurt van Elden, ten zuiden van de rivier, dicht bij de verkeersbrug en voegt zich via de brug, die ze mogelijk eerst nog in moet nemen, bij de andere troepen om de oostflank te bezetten.
Reeds bij het eerdere plan Comet uit generaal Sosabowski kritiek. De bevelhebber van de Poolse brigade stelt de uitvoering van Comet gelijk aan ‘zelfmoord’. Of deze kritiek al dan niet heeft bijgedragen aan het uitstel van Comet is de vraag. Bij de eerste presentatie van de plannen voor Market, op 12 september, is generaal Sosabowski opnieuw kritisch. Zowel de afstand van de landingsterreinen tot het doel als de spreiding over drie dagen nemen het element van verrassing weg wat zo belangrijk is voor een succesvolle inzet van over het algemeen licht(er) bewapende luchtlandingstroepen.
Een ander punt waarover Sosabowski zeer skeptisch is, is de veronderstelling van de Britse bevelhebbers dat de Duiters weinig tegenstand zullen bieden. Ook de Britse inlichtingen officier Brian Urquhart (niet te verwarren met Roy Urquhart, bevelhebben van de 1ste Britse Airborne Divisie) komt met bewijzen van een sterke Duitse aanwezigheid in de omgeving van Arnhem. Brian Urquhart wordt, toeval of niet, overgeplaatst. Naar later blijkt heeft hij gelijk en zitten in de omgeving van Arnhem grote Duitse troepenconcentraties, en wel SS pantsertroepen, die daar op krachten komt na gevechten in Frankrijk.
Sosabowski’s verwachting is dat wanneer hij pas op de derde dag landt met zijn parachutisten, de Duitsers allang hun troepen hebben samengebracht bij de strategisch belangrijke brug. Hij komt dan met zijn lichtbewapende manschappen te midden van zwaar bewapende Duitsers terecht terwijl zijn antitankgeschut aan de noordkant van de Rijn is ingezet of nog over de weg moet worden aangevoerd.
Sosabowski bekritiseert het operatieplan niet vanuit onwil om daaraan mee te werken. Hij wil zijn eigen ― maar ook de Britse ― manschappen niet onnodig in gevaar brengen als dit geen haalbaar doel dient. Dit komt ook later tot uiting tijdens de zogeheten ‘Valburg Conferentie’ op 24 september. Uiteindelijk blijft hij een militair in hart en nieren en volgt hij de Britse bevelen, mits schriftelijk gedocumenteerd, trouw op.
Wat Sosabowski, los van de inhoud, nog het meeste verbaast is de overwegend laconieke houding bij de Britse opperbevelhebbers. Gegeven zijn gedrevenheid voor de zaak en betrokkenheid bij zijn manschappen spoort dat niet mijn zijn eigen houding als militair. De elitaire Britse generaals kunnen deze kritische opstelling van een middenstandszoon uit Poolse provincie, die ook nog eens gebrekkig Engels spreekt, moeilijk waarderen.
In 2017 publiceerde omroep Gelderland een stukje interview met Jozef Wojciechowski over de conferentie.
Ondanks deze kritiek, en gegeven de toestand aan het thuisfront, weet Sosabowski dat dit de enige kans is voor de brigade om daadwerkelijk een bijdrage te leveren aan de bevrijding van West Europa en daarmee indirect aan de bevrijding van Polen. Hij zet zich dan ook met zijn staf aan een gedegen voorbereiding van de operatie. Zo moeten manschappen het terrein op basis van kaarten uit hun hoofd leren nog zonder te weten om welk gebied het daadwerkelijk gaat. De brigade is klaar voor haar inzet op respectievelijk 18 en 19 september, de geplande tweede en derde dag van operatie Market Garden.
In 'Adelaar en Pegasus' en graphic novel van Pelikaanpers over de Slag om Arnhem droomt Sosabowski over de opstand.
De bron van de kaartjes 'Airborne Assault on Holland' is een in 1945 door de Amerikaanse luchtmacht geschreven rapport over Market Garden. Het is verkrijgbaar via amazon.com.
17 september 1944 – Operatie Market Garden begint
Na alle plannenmakerij is het 17 september zo ver. Een grote luchtvloot vertrekt van verschillende Britse vliegvelden met als bestemming de landingsterreinen langs de route van de Belgische grens tot aan de brug van Arnhem, operatie Market Garden is gestart.
‘First in’
Even over half één in de middag landen de eerste Para’s. Deze kleine groep van bijna 200 ‘pathfinders’ van de 21st Independent Parachute Company moeten de twee landingszone’s (LZ’s) en één dropzone (DZ) veiligstellen en radiobakens opzetten voor de hoofdmacht die kort daarna volgt.
Om één uur beginnen de bijna 150 zweefvliegtuigen te landen op LZ-S, ten noorden van de spoorlijn bij Wolfheze (zie kaart NIMH). Nog geen half uur later volgen de ongeveer 150 zweefvliegtuigen die landen op LZ-Z, ten westen Wolfheze, ten noorden van Heelsum.
Met deze zweefvliegtuigen arriveert het hoofdkwartier van de Britse Divisie van generaal Urquhart. In iets meer dan een kwartier staan alle zweefvliegtuigen aan de grond. Kort daarop volgt de dropping van ruim 2200 para’s op DZ-X, grenzend aan LZ-Z ten noorden van Heelsum.
Op naar de brug
De landingen verlopen zeer soepel en de doden en gewonden die vallen, komen overwegend om door ongelukkige landingen van de gliders of het harde neerkomen van de zwaarbeladen parachutisten.
Na deze ‘rustig’ verlopen landing vertrekken de Britten via drie routes naar de brug:
- De noordelijke ‘Leopard’–route via de Amsterdamseweg ten noorden van Oosterbeek;
- De middelste route, ‘Tiger’ over de doorgaande weg, de Utrechtseweg door Oosterbeek;
- De zuidelijk ‘Lion’–route, door Doorwerth en langs de uiterwaarden van de Rijn door Oosterbeek naar Arnhem.
Een deel van de troepen blijft achter om de LZ’s en DZ veilig te stellen voor de landingen van de volgende dag, de tweede lift. Ook trekt een deel naar de Ginkelse Heide, een gebied dat de volgende dag gebruikt wordt als DZ-Y.
De Duitse reactie
Ten oosten van Wolfheze bevonden zich ruim 400 SS’ers van bataljon Kraft, vernoemd naar de commandant. Deze besloot, zich realiserend dat de brug bij Arnhem het doel moest zijn, zijn troepen direct een verdedigingslinie in te laten nemen tussen de spoorbaan en de Utrechtseweg (de ‘Tiger’–route).
Daarnaast waren bij Arnhem in de buurt twee SS pantserdivisies gelegerd om op sterkte te komen na hun strijd in Frankrijk. Nog diezelfde avond kreeg de 9de divisie de opdracht om te voorkomen dat de Britten de brug zouden bereiken. De 10de divisie kreeg de opdracht om direct over deze brug naar Nijmegen op te rukken om te voorkomen dat de Waalbrug in geallieerde handen zou vallen.
Problemen met de radio’s
De eerste dag al blijkt dat de radio’s die de para’s bij zich hebben voor onderlinge communicatie niet toereikend zijn. Het bereik dat, gegeven de uitgestrektheid van het ‘werkterrein’, sowieso al beperkt is, wordt nog verder beperkt door de bossen en bebouwing.
Bij de Britten is een kleine groep Amerikanen met speciale sets om contact te leggen met de piloten van jachtvliegtuigen die luchtsteun kunnen bieden. Ook deze blijken niet goed te werken. De piloten hadden strikte instructies om alleen aan te vallen op aanwijzing van de waarnemers op de grond.
Ook contact met troepen in het zuiden dan wel met Groot Brittannië blijkt niet mogelijk. Dit alles is op de eerste dag nog geen groot probleem aangezien de landingen en de opmars voorspoedig lijkt te verlopen.
De eerste opmars wordt tegengehouden
De bedoeling was om een groep met Jeeps vooruit te sturen om via de noordelijke route de brug te bereiken. Door vertraging bij het uitladen van de Jeeps was bataljon Kraft op tijd in stelling om deze speerpunt van de aanval tegen te houden.
Behalve deze tegenstand stuiten ook troepen langs de `Tiger´–route op tegenstand. Hierdoor komen ze deze eerste dag niet verder dan Oosterbeek waar ze besluiten halt te houden bij Hotel Hartenstein.
Ook een omtrekkende beweging aan de noordkant van de ´Leopard´ –route stuit op tegenstand waardoor de opmars vertraagd wordt.
Ondanks dat slagen de Britten erin bataljon Kraft zowel in het noorden als in het zuiden voorbij te komen waarop Kraft besluit om naar het noordoosten terug te trekken. Hij heeft de Britten op deze routes voldoende vertraagd. Aan het einde van de eerste dag zijn ze nog niet in Arnhem maar pas halverwege in Oosterbeek. Dichter bij Arnhem neemt ondertussen de 9de pantserdivisie zijn positie in.
Het tweede bataljon rukt op
Op de zuidelijk route maakt het 2de bataljon van luitenant kolonel John Frost goede voortgang. Een deel van het 2de bataljon rukt op naar de spoorbrug met de intentie de brug over te steken om zo via de zuidelijke oever Arnhem te benaderen. Daarbij laten ze het veer naar Driel ‘links’ liggen. In Arnhem moet niet alleen de verkeersbrug worden ingenomen maar ook de daar aanwezige schipbrug. Vlak voordat de troepen de spoorbrug bereiken wordt deze door de Duitsers opgeblazen.
Ondanks tegenstand bereikt John Forst met de A Compagnie de verkeersbrug om half acht ´s avonds. De Duitsers hebben deze niet opgeblazen omdat bevelhebber Model hem wil gebruiken om de 10de pantserdivisie naar het zuiden te verplaatsen voor de tegenaanval. Met de bezetting van de noordelijke oprit van de brug door Frost en zijn mannen wordt dit onmogelijk.
Eén Pool is bij de eerste lift
In Groot Brittannië blijft er voor de Polen die eerste dag van Market Garden niets anders over dan kerkbezoek (het is immers een zondag) of het treffen van de allerlaatste voorbereidingen voor diegenen die met lift twee vertrekken op de 18de.
De generaal
Sosabowski stelt een brief op gericht aan zijn mannen waarin hij memoreert aan de aanstaande derde verjaardag van de brigade op 23 september.
…Op deze feestdag denken we met extra verdriet daaraan dat we om redenen die buiten onze schuld liggen niet deelnemen aan de slag om onze hoofdstad. Warschau, dat ons dit jaar ons vaandel schonk, dat onze hulp inriep en steeds inroept en vergeefs op ons wacht. …
…We konden er niets aan doen, dat ons eerste gevecht niet zal plaatsvinden op het grondgebied van ons moederland. We zullen alles doen om onze soldatenplicht goed te vervullen en op deze manier bij te dragen aan de glorie van ons moederland dat we zo indirect te hulp komen…
Luitenant Pronobis
Op deze eerste dag vliegt één Pool mee met de Britten, luitenant Alphons Pronobis. Als verkenner voor de Poolse hoofdmacht springt hij boven DZ-X.
Marek Święcicki
Correspondent Marek Święcicki, die de avond daarvoor nog met een piloot uit Nieuw Zeeland doorbracht in de pub, kijkt naar het vertrek van de vliegtuigen. Deze keer geen uitstel meer. Het is echt begonnen. Hij spreekt piloten die terugkomen van hun ‘sleepvlucht’. Deze zijn zeer tevreden over de goed verlopen landingen.
In de nu komende dagen komt Marek Święcicki met regelmaat met uitspraken in onze tijdslijn op twitter voorbij. Als correspondent schreef hij nog geen twee maanden na de Market Garden het eerste boek dat kort na de oorlog in vertaling in Nederland verscheen onder de titel ‘Roode Duivels in Arnhem’.
Volgens het voorwoord van generaal Urquhart gedateerd op 17 november 1944 treft de lezer in het boek “... een overzichtelijke beschrijving van de zeer dappere rol, die in den slag bij Arnhem gespeeld werd door de 1e Poolsche Parachutisten Brigrade-Groep…”
Marek Święcicki vliegt op de 18de met de tweede lift mee naar Oosterbeek.
Driel blijft nog buiten schot
Op deze eerste dag blijft Driel nog buiten het strijdgewoel. Wel kunnen de bewoners genieten van het schouwspel van de dropping met de vliegtuigen die ruwweg van zuid naar noord de landingszones naderen. De bewoners zien de verschillende gekleurde parachutes van de bevoorrading.
Er zijn geluiden van gevechten te horen die in de loop van de dag steeds oostelijker klinken. Die avond, als het begint de schemeren, hoort de Drielenaar Benjamin Jansen gezang van de feestvierende bevrijde bewoners uit Oosterbeek.
De publicatie van Święcicki is in het engels te bestellen via amazon.com. De ervaringen van de 21st Independent Parachute Company komen van Leading the Way to Arnhem
18 september 1944 – De eerste Polen landen
Op 18 september wordt de tweede lift ingevlogen. Dit betreft de Britse 4th Parachute Brigade die springt boven de Ginkels Heide: DZ-Y. Daarnaast vliegen ruim 270 gliders naar de al eerder gebruikte LZ-S en X.
Aan boord van de gliders zitten ook de eerste Polen die landen.
Toevoeging 2024: We schreven in 2024 een apart artikel over de bijdrage van de antitankeenheden naar aanleiding van een boek wat verscheen.
De situatie op de grond
Rond de brug in Arnhem krijgen de Britten te maken met meerdere aanvallen. Een daarvan komt vanuit het zuiden over de brug. Alle aanvallen worden afgeslagen. Hiermee lukt het de Britten de noordelijke toerit van de brug in handen te houden. De Duitsers moeten dan via een veer bij Pannerden de troepen de Rijn overzetten die naar Nijmegen op willen rukken: Dit levert hen veel vertraging op.
Doordat de Britten een minimale bezetting handhaven rond LZ-S kunnen ze nog extra troepen naar Arnhem sturen. Aan de zuidkant van de andere LZ’s zijn al diverse aanvallen van Duitse troepen afgeslagen.
Vertraging
Oorspronkelijk is de planning dat de luchtvloot start om 10:00 ’s ochtends. Door het slechte weer wordt dit echter enkele uren uitgesteld. Marek Święcicki beschrijft in zijn boek dat ook bij de start nog sprake is van een dichte bewolking waardoor hij geeneens de grond kan zien van het land dat hem, ‘verbannen uit zijn eigen land’, bijna net zo dierbaar was geworden als zijn vaderland.
Marek Święcicki zit met onder andere kapitein Zwolański in een zweefvliegtuig dat voorzien is van de namen van drie van de Poolse meisjes van de soldaten aan boord. Verder zijn nog vier Polen aan boord, een voorhoede van het brigadehoofdkwartier. In totaal is sprake van 10 zweefvliegtuigen met Polen, in twee daarvan bevindt zich zware uitrusting van de geniecompagnie. In de zeven andere zweefvliegtuigen zit de 3de batterij van de antitankafdeling: 5 stuks geschut, zeven jeeps, twee munitiewagens en in totaal 17 Poolse militairen.
De dropping op de Ginkelse heide
De dropping van de Britten op de Ginkelse heide gebeurt onder Duitse beschieting. Via deze link zijn onder andere beelden te zien van deze beschietingen door de Duitsers.
De landing van de zweefvliegtuigen: De eerste Polen landen
De dag daarvoor, op 17 september, gedropte luitenant Pronobis zit aan de rand van de akkerland de Poolse gliders op te wachten. Er is geregeld vuurcontact met Duitse troepen die geschut opstellen om de zweefvliegtuigen te beschieten.
Ondanks dat landen de ruim tweehonderd zweefvliegtuigen overwegend zonder problemen. Ook de tien Poolse gliders landen zonder problemen en worden snel gelost. De batterij rijdt over de weg langs het spoor naar Wolfheze met de intentie om op te rukken naar Arnhem. Doel was immers om daar de oostkant van de stad te bezetten.
Op naar Oosterbeek
Van Britten krijgen de Polen te horen dat Arnhem onbereikbaar is dus rukken ze op naar Oosterbeek om daar de stukken op te stellen rond de kruising Utrechtseweg met Oranjeweg, in de buurt van het Britse hoofdkwartier in Hotel Hartenstein.
Święcicki ontmoet in Wolfheze Britten die dan al bijna een etmaal onafgebroken hebben gevochten.
In zijn rit naar Hartenstein ziet hij overal sporen van strijd en ook komt hij langs de stukgeschoten Duitse stafwagen van Kussin op de kruising van de Wolfhezeweg en de Utrechtseweg.
De oorlog komt – kort – in Driel
Bij de tweede lift vliegt ook een Amerikaan mee: luitenant Davis. Oorspronkelijk was zijn rol om te communiceren met de Amerikaanse luchtmacht die ondersteuning kon leveren aan de luchtlandingstroepen op de grond. Omdat deze steun, volgens de planning, geboden wordt door de Britten zelf, is zijn deelname niet meer noodzakelijk. Toch besluit hij vrijwillig mee te gaan. Zo vliegt hij mee in één van de gliders.
Door hevig afweervuur komt zijn zweefvliegtuig ongeveer 5 minuten te vroeg los en landt hij en overige bemanning in de buurt van Zetten. Samen met de inzittenden van nog twee daar gelande zweefvliegtuigen worden ze door een majoor van het Nederlandse verzet naar het veer bij Driel geleid.
In Driel willen een aantal Duitsers zich overgeven. Het blijken Polen te zijn die, gedwongen in Duitse dienst, geen zin hebben in gevechten. Omdat de Britten en de Amerikaan snel door willen en de Drielenaren geen ‘Duitsers’ gevangen kunnen nemen in bezet gebied, worden ze weer vrij gelaten.
De groep steekt met behulp van het veer de Rijn over en rukt op naar het oosten tot ze bij een spoorwegstation (vermoedelijk Oosterbeek Laag) worden tegengehouden.
Beelden van de eerste twee dagen
Op de website van het Imperial War Museum is filmmateriaal te zien uit september 1944. Dit materiaal toont onder andere de sleepvluchten gefilmd vanuit de zweefvliegtuigen. De viermotorige vliegtuigen zijn Stirlings. Ook zien we droppingen van parachutisten uit de tweemotorige Dakota (zoals de Britten de vliegtuigen noemen, de Amerikanen noemen dit type 'Skytrain').
De beelden geven een goede indruk van de landingen van Gilders en het uitladen door het verwijderen van de staart.
Verder worden beelden getoond van Britten in Wolfheze maar ook de kapotgeschoten stafauto van de Duitse generaal Kussin die Święcicki onderweg naar Oosterbeek op de route ziet.
Aan het einde komt een opgesteld 6 ponds antitankgeschut in beeld, het type waarmee de Poolse anti tank batterij is uitgerust.
19 september 1944 - Derde lift en uitstel van vertrek voor para's
Het ontvangstcomité
Van de derde lift moeten de zweefvliegtuigen landen op LZ-L, ten noorden van het spoor. Dit gebied is het huidige sportcentrum Papendal.
n Oosterbeek krijgen de manschappen van de 21st Independent Parachute Company, die op de eerste dag als eerste landen om de landingszones veilig te stellen, instructies om de zweefvliegtuigen op te vangen. Zo zetten ze het radiobaken voor de vliegtuigen klaar op de watertoren.
Omdat de landingen niet op het geplande tijdstip uitgevoerd worden, schakelen ze het radiobaken met tussenpozen aan. Daarnaast krijgen de Britten de instructie om na de landingen direct naar de zweefvliegtuigen te rennen met de orders dat de Polen niet naar Arnhem moeten oprukken maar terug moeten vallen op Oosterbeek.
Uitstel van vertrek
De para´s
In Groot Brittannië, op de vliegvelden Saltby en Spanhoe waar de parachutisten klaar staan om naar Arnhem te vertrekken, werkt het weer niet mee. Oorspronkelijk was het vertrek vastgesteld op tien uur. Doordat er geen communicatie is met het slagveld wil men aan deze planning vasthouden maar de mist dwingt tot uitstel van vertrek. Uiteindelijk rond drie uur ´s middags komt het bericht dat het vertrek is uitgesteld tot de volgende ochtend. Dit tot grote frustratie van generaal Sosabowski en zijn manschappen.
De zweefvliegtuigen
Ook de 35 zweefvliegtuigen die moeten vertrekken naar LZ-L kunnen niet starten door het slechte weer op Tarrant Rushton. Net zo goed als zij niet weten hoe het gaat bij Arnhem, kunnen de troepen in Arnhem niet geïnformeerd worden over het uitstel. Pas in de loop van de dag komt daar wel het groene licht zodat de zweefvliegtuigen tegen het eind van de middag boven Oosterbeek verschijnen. Aan boord hebben ze twee batterijen, 10 kanonnen in totaal, en ruim 90 Polen.
Święcicki in Oosterbeek
Na een nacht rust in Hartenstein gaat Święcicki op zoek naar generaal Urquhart voor een update. Deze is naar Arnhem vertrokken. Hij wil, bij gebrek aan goede radiocommunicatie, uit eerste hand een indruk krijgen van de situatie ter plaatse.
Krijgsgevangenen
In plaats daarvan gaat Święcicki naar de gevangenen die op de achter het hotel gelegen tennisbanen vastgehouden worden. Onder de hen bevinden zich ook Polen die in het begin van de oorlog door Duitsers ingelijfde gebieden in het westen van Polen woonden en gedwongen werden om dienst in het Duitse leger te nemen. De straf voor het weigeren van dienst was onder andere het opsluiten van de hele familie in een concentratiekamp. Ook onder de Poolse parachutisten die in Groot Brittannië nog wachten op hun vertrek, bevinden zich lotgenoten die in het Duitse hebben gevochten maar bijvoorbeeld al in Afrika gedeserteerd of gevangen waren genomen en daarna door de Polen zijn opgenomen in de brigade. Naast Polen waren er ook Russen, Oekraïners, Georgiërs, Kirgiezen en Kozakken. Voor hen is het de vraag of zij ooit terug konden naar hun geboortegrond in de Sovjet Unie.
Bevooradingen
Rond één uur komen er transportvliegtuigen die onder een spervuur van Duits afweergeschut hun voorraden droppen op de daarvoor afgesproken plaatsen. Het ontlokt aan een van toekijkende Britten de uitspraak over de piloten “Het zijn ware helden”. De Amerikaan luitenant Davis tekent op: “Op dinsdag of woensdag kijk ik naar de bevoorradingsvliegtuigen. Een Poolse kapitein (hoogstwaarschijnlijk Zwolański) zegt: “Iedereen aan boord van die bevoorradingsvliegtuigen verdient een Victoria Cross*”
De landing van de Gliders
Op het moment dat de zweefvliegtuigen gaan landen, ligt Święcicki in de bosrand van het landingsterrein te wachten. Net als de Britten van de 21st Independent Parachute Company. Vanuit het noordoosten trekken Britten terug die in gevecht zijn gewikkeld met de Duitsers.
Doordat de gliders veel later komen dan verwacht zijn de Duitsers al verder opgerukt en is het landingsterrein frontlinie geworden. Bovendien worden de vliegtuigen in de lucht vanaf de grond bestookt door de Duitsers en worden ze aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen. Daarmee komen de zweefvliegtuigen midden in de gevechten terecht.
De Britten van de 21st Independent Parachute Company herinneren de landing als bloedig. Zo tekent David Eastwoord, commandant van no. 1 Platoon op: “There was a lot of damage and the Polish anti-tank unit was nearly destroyed before leaving the LZ.”
Ook Święcicki beschrijft in zijn boek de landing als zeer bloedig en komen er volgens hem slechts ‘enkele stuks geschut’ van het landingsterrein af. Een tiende van de Polen komt bij de landing gelijk om of sterft later aan verwondingen.
Via de spoorwegovergang in Wolfheze trekken de Polen terug op Hartenstein. Het Poolse antitankgeschut sluit zich daar aan bij een Britse antitankafdeling waarmee ze enkele dagen later samen Duitse tank aanvallen afslaan.
Luitenant Jerzy Halpert ziet verbaasde reacties bij de bevolking van Wolfheze als ze ‘Poland’ zien staan op de schouders van de militairen.
Onwetend van dit alles gaan de Poolse para in Groot Brittannië naar bed in de hoop de volgende dag naar Nederland te kunnen vertrekken.
*) Het Victoria Cross is de hoogste Britse dapperheidsonderscheiding waarvan er vijf zijn uitgereikt voor acties tijdens de slag om Arnhem. Eén daarvan was postuum voor de piloot David Lord die op 19 september ondanks een brandende motor zijn vliegtuig in de lucht houdt om de voorraden te droppen waarna zijn vliegtuig neerstort en hij daarbij omkomt.
20 september 1944 – Vergeefs wachten
Britten vallen terug op Oosterbeek
Na verwoede gevechten in het westen van Arnhem besluiten de Britten om de hoofdmacht terug te trekken op Oosterbeek om daar een defensieve positie in te nemen. De resterende troepen bij de brug komen er alleen voor te staan.
De Britten trekken zich terug in de zogeheten perimeter rond het hoofdkwartier en tot aan de Rijn.
Voor de Polen heeft dit tot gevolg dat de dropzone wordt verlegd van Elden naar het westen bij Driel.
Het Drielse veer
De gierpont tussen Driel en Oosterbeek die op de 18de door enkele Britten en de Amerikaan Davies is gebruikt, wordt daarmee voor luchtlandingstroepen een belangrijke link. Cruciaal is daarbij dat de heuvel die boven het veer uittorent met bovenop de uitspanning ‘Westerbouwing’ in Britse handen blijft. Zoals op de kaart te zien is, is dit op de 20ste inderdaad nog het geval.
Vergeefs wachten op de para’s
Święcicki beschrijft hoe op de 20ste voor het eerst het hoofdkwartier door de Duitsers beschoten wordt. Terwijl hij staat te praten met een paar landgenoten valt een granaat vlakbij. Hijzelf komt met de schrik vrij maar de gisteren aangekomen Jerzy Halpert wordt in zijn benen getroffen en gewond afgevoerd.
Święcicki zoekt zijn toevlucht in een loopgraaf waar grappen gemaakt worden met de aanwezige Britten als opnieuw granaten exploderen. Zij dollen met hem als hij thee wil zetten om twaalf uur ´s middags. Net als Święcicki daar wat van wil zeggen vallen opnieuw granaten. Święcicki´s lust voor thee is verdwenen tot grote hilariteit bij de Britten.
Na de beschieting trekt Święcicki erop uit met enkele Poolse verbindingsofficieren. Op weg naar de Rijn om te kijken naar de verwachte landing van de para´s aan de overzijde bij Driel. Ze komen daarbij bij de Poolse antitankstukken die opgesteld staan in het benedendorp van Oosterbeek. Op de heenweg lijkt onderweg alles nog vredig langs de route maar terwijl ze in het benedendorp zijn, volgt ook daar een beschieting van de Duitsers. De omsingeling lijkt compleet als de Duitsers zowel de noord- als de zuidkant van de perimeter kunnen bestoken.
Dan komt het bericht: De para’s zullen voorlopig nog niet komen.
Op de terugweg naar Hartenstein zien ze dat het op de heenweg nog vredige aanzien van de huizen en het bos veranderd is. Huizen en bomen zijn beschadigd. Er zijn verwarde burgers op straat die niet weten waarheen ze kunnen vluchten.
Terwijl het groepje van Święcicki dekking zoekt, rent er ook een groepje kinderen door het bos. Het enige dat ze kunnen doen is de kinderen naar de doorgaande weg sturen waar de vluchtende burgers zijn zodat ze zich kunnen aansluiten bij volwassenen.
Ook zien ze het stoffelijk overschot van een vrouw die ze op de heenweg nog hadden gesproken. Het is één van de ongeveer honderd burgerslachtoffers die tijdens de slag in Oosterbeek vallen.
Waar blijft XXX corps?
Święcicki tekent op dat tijdens zijn tocht voor het eerst de vraag gesteld wordt: “Waar blijft het tweede leger? Waar blijft het dertigste legerkorps?” De grondtroepen die via het door para’s geplaveide pad in twee dagen bij Arnhem zou zijn?
Het optimisme over de snelheid waarmee het grondleger kan oprukken blijkt volledig onterecht. De Duitse tegenstand is veel heftiger en de gekozen route biedt voor de zware tanks weinig uitwijkmogelijkheden. Ook moet één van de bruggen, die de Duitsers hebben opgeblazen, vervangen worden door een tijdelijke Baileybrug.
Britse militairen stellen hem ook de vraag: “Zijn de Polen er al?”
Opnieuw wachten
’s Middags vertrekt Święcicki opnieuw naar de Rijn om de Polen op te wachten. Dit keer per jeep en bewapend. Als vervoer voor de generaal al lijkt een ‘duck’, een amfibievoertuig, meer op zijn plaats want de generaal moet nog wel de rivier over. De ‘duck’ is volgens de Britten niet nodig omdat er gebruik gemaakt kan worden van de aanwezige veerpont.
Onderweg ziet Święcicki een verlaten tram.
Op de Westerbouwing zitten Schotten die daar op die hoge positiestellingen hebben ingenomen. Een Schotse kapitein begroet de Polen als ‘landgenoten’. Reeds in 1940 heeft de Schot, komend uit Glasgow, de eerste Polen ontmoet: Polen die zich in Schotland jarenlang hebben voorbereid op de strijd tegen de Duitse bezetter (lees het eerdere artikel).
Święcicki beschrijft dat hij vanaf de Westerbouwing ziet dat het veer vernietigd is. Wat hij waarschijnlijk zag was de vernielde aanlegstijger. Gespannen volgt hij de weddenschap tussen twee Britten waarvan er één beweert dat hij een bevoorradingsmand uit de uitwaarde weet te halen. Na een paar spannende minuten is de conclusie: Britten - Duitsers; 1 – 0. De Brit is met de mand veilig terug in de stellingen.
Op dat moment komt het bericht dat de Poolse brigade die niet meer komt. Święcicki neemt afscheid van de Schotten met de woorden. “Tot morgen”. Hij twijfelt daarbij aan zijn eigen woorden omdat hij bang is dat morgen de Polen niet zouden landen omdat het gebied dan in handen van de Duitsers er zou zijn.
Vertrekken, of toch niet!
De para’s horen bij de aankomst op het vliegveld ’s ochtends vroeg twee boodschappen: Ten eerste is het vertrek uitgesteld van tien uur naar één uur. Ten tweede krijgen ze te horen dat ze niet bij Elden maar meer naar het westen bij Driel worden gedropt. Een deel van de voorbereidingen door de staf is daarmee voor niets geweest.
Het weer blijft slecht maar toch lijkt het erop dat om één uur daadwerkelijk gestart wordt. Para’s zijn aan boord gegaan en vliegtuigen zijn zelfs al op weg naar de startbaan als het bericht komt dat de dropping ook voor die dag is afgelast. Dit geeft Sosabowski en zijn staf wel tijd om het nieuwe landingsgebied te bestuderen.
De manschappen steken hun mening over het opnieuw uitstellen van het vertrek niet onder stoelen of banken. Eén van de para’s is zo wanhopig als ze weer niet mogen vertrekken dat hij naast het vliegtuig zelfmoord pleegt met zijn vuurwapen.
De brug is verloren
Bij de brug is de situatie onhoudbaar geworden. Het bezette gebied wordt steeds kleiner, er zijn meer en meer gewonden en doden en de Britten hebben bijna geen munitie meer.
De huizen die de Britten bezet houden gaan één voor één in vlammen op in de strijd. Er blijft geen andere keus over dan de strijd opgeven al betekent dit overgave aan de Duitsers. Waar in het oorspronkelijk plan de hele divisie de brug moest innemen heeft een kleine groep van ongeveer 750 man het onmogelijke gepresteerd om dit drie dagen vol te houden.
De brug is in Duitse handen. Daarmee kunnen de Duitsers versterkingen sturen naar Nijmegen om daar het oprukkende geallieerde grondleger tegen te houden én de aandacht volledig richten op de verdedigers in de perimeter.
Het kappen van de gierkabel
De veerman Peter Hensen wil niet dat het veer in Duitse handen valt omdat hij bang is dat ze het gebruiken om troepen over te zetten voor deelname aan de strijd. Om die reden besluit hij op de avond van de 20ste september om de gierkabel waaraan het veer vastzit, door te kappen. Het veer wordt onbruikbaar en drijft weg naar het westen.
Geen gierpont, een opgeblazen spoorbrug en de verkeersbrug in Arnhem in Duitse handen, er is geen mogelijkheid meer om de rivier over te steken. Dat is de situatie op de avond dat de Poolse para’s nog wachten op hun vertrek naar de strijd.
Nijmegen
Het goede nieuws op de 20ste september komt uit Nijmegen. De brug over de Waal bij Nijmegen is mede dankzij een gewaagde oversteek met aanvalsboten door de Amerikaanse para’s onbeschadigd in geallieerde handen.
Britten en Duitser in Driel
Enkele Britten, ontsnapt uit Duits gevangenschap, zijn de Rijn overgezwommen. Ze krijgen onderdak in het huis van familie Baltussen. Als het huis door Duitsers wordt omsingeld stuur Cora Baltussen haar zus Eef naar buiten. De charmante Eef maakt indruk op de Duitse militairen en terwijl zij hen water aanbiedt, praat Cora met de officieren. "Britten verbergen terwijl her hier Duitsers ingekwartiert zitten?" Dat laatste is een bluf maar wel een die werkt. De Duitsers vertrekken weer.
21 september 1944 – De Polen van Driel
Donderdag 21 september, Market Garden gaat zijn vijfde dag in. De Britten zitten vast in Oosterbeek, de brug in Arnhem is weer in Duitse handen en de grondtroepen zijn pas bij Nijmegen.
De situatie in Oosterbeek
Na een nacht slapen in een boekenkast in Hartenstein beschrijft Marek Święcicki hoe generaal Urquhart de situatie uiteenzet. Op de vraag wanneer de Poolse brigade verwacht kan worden antwoordt de generaal: “Ik zal blij zijn hen te zien.”
Voor de derde keer gaat Święcicki samen met kapitein Zwolański en luitenant Pronobis naar de Rijnoever al wordt de trip wel steeds lastiger. Niet alleen door de voortdurende beschietingen, maar ook door de Duitse sluipschutters.
De Duitsers slagen erin om na hevige gevechten de hoogte van de Westerbouwing in te nemen en ondanks verwoede pogingen slagen de Britten er niet in om het gebied terug te veroveren. De Duitsers hebben nu een vrij schootsveld over de Rijn en de uiterwaarden ter hoogte van het Drielse veer. Bovendien is de perimeter nu zo smal geworden dat het risico bestaat dat de Britten in zijn geheel van de Rijn worden afgesneden.
In Groot Brittannië
In de vroege ochtend heeft Sosabowski contact met het Britse hoofdkwartier. Zijn vertrek is vastgesteld op 12:00 uur. Natuurlijk is hij blij met het goede nieuws dat XXX-corps Nijmegen heeft bereikt. Hij spreekt wel zijn zorg uit dat de Polen terecht kunnen komen tussen terugtrekkende Duitsers. De Britten geven aan dat het geen probleem zal zijn omdat ze snel met het Veer over kunnen steken naar de noordzijde, naar Oosterbeek.De Amerikanen komen om 11:00 uur bij hun vliegtuigen. Het lijkt erop dat ze kunnen vertrekken maar door de mist wordt het vertrek toch weer uitgesteld. Toch duurt het uitstel minder lang dan verwacht en iets voor tweeën starten de motoren.
Kort na de start ontstaat via de radio een misverstand waardoor er van de 114 kisten 41 omkeren. Hoewel van de resterende vliegtuigen een paar hun containers met voorraden verliest, is de vlucht verder zonder bijzonderheden of het moet zijn dat Sosabowski zijn mannen trakteert op verse sinaasappels.
Eindelijk geland!
Als de vliegtuigen in de buurt van Driel komen, gaat het licht op rood en moeten de mannen zich klaar maken om te springen. Op de grond zien ze duidelijk de Duitse troepen. Ook in de lucht is hun aanwezigheid te merken door het afweergeschut. Ondanks dat blijven de Amerikaanse piloten strak in formatie waardoor de dropping zo kort mogelijk duurt.
Om 17:15 gaat het licht op groen in het vliegtuig van luitenant Dyrda en generaal Sosabowski. Ze springen. Sosabowski zegt in zijn eigen boek “Ik zet mijn benen in de leegte en val als steen naar beneden”.
Op de grond wacht een warm ontvangst maar ondanks dat komt de overgrote meerderheid van de parachutisten ongedeerd beneden en vallen er vijf doden onder de ongeveer 950 man die die middag naar beneden komen.
Een bijzondere anekdote is hoe een fiets aan een parachute landt midden op een Duitse stelling waardoor de para’s de Duisters eenvoudig gevangen kunnen nemen. De pastoor valt de kerktoren op. Eén van de manschappen had hem gevraagd daarop te letten zodat ze veilig konden schuilen in de stevige kelder van de pastorie.
De nieuwe aankomst van parachutisten werkt op de Duitsers demotiverend. Of ze trekken zich terug of ze geven zich over. Als het schieten afneemt, gaan de Polen zich organiseren.
Het eerste contact met Drielse bevolking
Direct na de landingen legt Cora Baltussen, een inwoonster van Driel, contact met de gelande para’s die tot haar verbazing Pools zijn. Nadat het eerste wantrouwen is overwonnen vertelt ze dat het veer is verdwenen wat de Polen zelf later die avond aan de dijk ook moeten constateren.
Samen met haar Rode Kruiscollega’s richt zij die avond in de jongensschool een lazaret in.
Het contact over de Rijn
Marek Święcicki heeft samen met de Poolse verbindingsofficieren zijn landgenoten zien landen aan de andere kant van de rivier. Hoe ze het ook proberen, ze krijgen geen radiocontact met de Polen in Driel. Later op de avond besluit kapitein Zwolański om de Rijn over te zwemmen.
Aan de zuidkant verkennen enkele Polen de situatie bij het veer. Ze zien inderdaad het veer niet. Ze proberen al roepend de Britten aan de overkant te bereiken. Als ze het daarna met een lichtkogel proberen, krijgen ze antwoord in de vorm van mitrailleurvuur van de overzijde. Of de Britten zijn door de Duitsers overlopen of ze hebben nog niet in de gaten dat de Polen geland zijn. Helaas ligt het eerste het meest voor de hand.
Om half elf is Zwolański aan de overkant. Daar treft hij kapitein Lorys die hem een hartversterking aanbiedt waarna ze samen naar Sosabowski gaan. Zwolański brengt Sosabowski het verzoek van Urquhart over om zo snel mogelijk de rivier over te steken.
Terwijl de Duitsers nu niet alleen Oosterbeek maar ook Driel bestoken, gaan de Polen die nacht aan het werk om voorbereidingen te treffen voor de oversteek. Ook de parachutisten van de brigade zijn nu in actie!
Over de foto's bij dit artikel: De opnamen op het vliegveld zijn van 20 september (via Muzeum Wojska Polskiego). Van de dropping zijn helaas geen beelden daarom is gebruik gemaakt van een andere illustratieve foto van parachutisten die uit een Amerikaanse C-47 Skytrain springen (via IWM).
22 September - Strijd in Driel en voorbereiding oversteek
Vrijdag de 22ste kenmerkt zich door de strijd om het behouden van de positie in Driel terwijl ondertussen hard wordt gewerkt om die nacht de Rijn over te steken.
De Duitse reactie
Puur de aanwezigheid van de Polen op de zuidoever heeft al effect. De Duitsers verplaatsen troepen van het front in Oosterbeek naar posities aan de zuidkant van de rivier ten oosten van de Polen. Op die manier willen de Duitsers voorkomen dat de Polen of oprukken naar Arnhem of de route tussen Arnhem en Nijmegen afsnijden.
Waar zijn de rubberbootjes?
Behalve de zwemtocht van Zwolański steekt ook een Britse officier de Rijn over, in zijn geval in een Dinghy (een soort van rubberbootje). Ook hij benadrukt dat de Polen moeten proberen over te steken. Samen met hem keert Zwolański in het bootje terug naar de noordoever gehuld in burgerkleren om verslag uit te brengen aan generaal Urquhart.
Kapitein Budziszewski meldt dat hij twee dinghy’s heeft geritseld bij de Amerikanen voor het vertrek en dat ook bij de andere uitrusting rubberboortjes zitten. Enige probleem is dat die verpakt zitten in de gedropte containers die nog verspreid liggen op de landingszone.
Strijd in Driel
De Polen betrekken hun stellingen in en rond Driel waarbij Sosabowski de woning van molenaar Beijer als hoofdkwartier inricht. Deze woning staat vandaag de dag nog steeds, links naast het mengvoederbedrijf Beijer in Driel.
Er is die ochtend wel radiocontact met Oosterbeek maar nog niet met Nijmegen. Vanuit Driel worden vier para’s op fietsen op pad gestuurd om contact te maken met Britse troepen in Nijmegen. Onderweg komen ze vier pantserwagens tegen die de opdracht hebben om contact te maken met de Polen in Driel. Deze pantserwagens zijn daar rond negen uur in de ochtend.
Om de stellingen te inspecteren gebruikt Sosabowski een vrouwenfiets die hij in het dorp vindt. Uiteraard leidt dit tot hilariteit bij zijn mannen maar het werkt ook zeer goed voor het moraal van de soldaten dat de generaal zelf langskomt. (zie video onderaan dit artikel)
Burgers moeten weg
Gelijk vanaf hun aankomst benadrukken de Polen dat de burgers zich het beste uit de voeten kunnen maken. Die nacht al wordt het dorp bestookt vanaf de heuvels aan de noordkant van de rivier en vanaf Duitse stellingen ten oosten van Driel.
Albert Baltussen zegt hierover na de oorlog: “Ik ben ervan overtuigd dat het besluit van een zo spoedige evacuatie, terecht door de Polen is genomen.”
Veel Drielenaren vluchten in eerste instantie naar de jamfabriek Baltussen ten zuiden van het dorp en later verder de Betuwe in.
Op de fiets in de tegenaanval
Tegen 11.00 uur wordt het dorp vanuit zuidoostelijke richting door de Duitsers aangevallen. Ondersteund door de Britse pantservoertuigen, die Sosabowski op zijn fiets onder de woorden ‘Follow me!’ naar de aanval leidt, wordt de Duitse aanval afgeslagen en trekken de Duitsers zich terug waarbij ze onder dekking van rode kruisvlaggen hun gewonden meenemen.
Later, in december 1944, krijgt Sosabowski een kerstkaart van een Brit met daarop een fiets en maar twee woorden ‘Follow me!’.
Bij de gevechten die dag sneuvelt luitenant Tice. Deze Amerikaan werd vrijwilliger bij de Polen en koos ervoor aan hun zijde te blijven toen Amerika ook deel ging nemen aan de oorlog. Tice ligt begraven als ‘Pool’ op het Airborne kerkhof in Oosterbeek.
Meer over hem is te lezen op de website PoolseOorlgosgaven.nl
Rond acht uur ’s avonds rijden de eerste tanks van het dertigste Britse Legerkorps Driel binnen. Daarbij rijdt de eerste tank op een door Polen gelegde mijn en volgt nog een schot op een van de pantserwagens voordat de tankbemanningen in de gaten hebben dat ze bij de Polen zijn. Behalve veertien tanks bevatte de kolonne ook twee amfibievoertuigen met voorraden voor de Britten.
In Oosterbeek
Aan de noordzijde is na de 21ste een soort van status quo ontstaan. De perimeter wordt door de Duitsers continue bestookt met granaten waartegen de Britten geen ander verweer hebben dan zich in te graven. Daarnaast infiltreren Duitse scherpschutters de bosgebieden van de perimeter waarop de Britten op hun beurt weer jacht op hen maken. De burgerbevolking is op de vlucht geslagen of houdt zich schuil in kelders of andere zo veilig mogelijke plekken.
De oversteek
Zodra het duister valt, zijn de Polen aan de oever van de Rijn. Het vlot dat ze gemaakt hadden blijkt te zwaar en zinkt. Daarna is het wachten op de Britten met hun dinghy’s. Als die er om elf uur uiteindelijk zijn, begint de overtocht.
Per tocht kunnen maar weinig para’s mee omdat er ook een ‘peddelaar’ mee moet die het bootje terugroeit. De eerste twee tochten gaan probleemloos maar bij de derde krijgen de Duitsers door dat er iets gaande is en openen ze het vuur met mitrailleurs en ‘Nebelwerfer’, een soort van raketwerpers. Ook schieten ze lichtkogels af.
Na zijn oversteek doet luitenant Smaczny onder begeleiding van een Brit een poging het hoofdkwartier te bereiken. Het lijkt erop dat de Brit ook niet zeker is van de route en bij een schietincident raakt Smaczny met zijn drie mannen de Brit kwijt waarop ze terugkeren naar de kerk. Onderweg volgt nog een schotenwisseling met Britten die stopt als Smaczny in duidelijke bewoordingen duidelijk maakt dat ze Polen zijn.
In de heksenketel op de rivier worden nog een vierde en vijfde tocht gemaakt met iedere keer minder bootjes. Voor de zesde tocht is nog één bootje over en als ook deze lek wordt geschoten, eindigt de poging rond drie uur ’s nachts. De overgestoken Polen verzamelen zich in de Oude Kerk: Luitenant Smaczny heeft 36 man in Oosterbeek.
Een persoonlijk relaas van veteraan Jaroch
Het gebruik van de bovenstaande film is mogelijk gemaakt door medewerking van het Airborne Museum waar deze film te zien is in de expositie.
23 september 1944 – Voorbereiden op nieuwe oversteek Rijn
Na de eerste oversteek worden plannen gemaakt voor een nieuwe oversteek met over de weg aangevoerde boten.
In Oosterbeek
De eerste overgestoken groep vertrekt uit de kerk om stelling in te nemen aan de zuid-westkant van de perimeter. De Polen betrekken stellingen rond villa Transvalia.
Als later die dag uit het westen twee tanks opduiken, maken de Polen zich op daartegen weerstand te bieden met hun handvuurwapens en granaten. Op de weg hebben ze antitankmijnen neergelegd.
Dan duikt opeens vanuit het oosten over de weg een antitankkanon op dat met een wel gemikt schot een van de tanks uitschakelt waarna de tweede zich terug trekt. Gelijk daarop verdwijnt het kanon weer uit het zicht. Waren dit Britten of was dit mogelijk een van de Poolse stukken die zich daar in de buurt bevond?
Een vrouw in de villa maakt hutspot klaar die de Polen te eten krijgen.
Later die dag komt opnieuw een tank aanrollen die de Poolse stellingen onder vuur neemt terwijl een Duitse geweerschutter één voor één de mijnen kapot schiet. Tot verbazing van de Polen staakt het vuren als jeeps aankomen rijden met rode kruisvlaggen om de gewonden te evacueren. Dit herhaalt zich later nog een keer. Die avond trekt een Poolse patrouille het bos in ten noorden van de villa om een Duits mitrailleurnest uit te schakelen.
Bij het vallen van de avond, met de Duitsers op een honderd meter afstand, versterken de Polen hun stellingen en begraven ze twee gesneuvelde kameraden.
In Driel
Door de beschietingen die nacht bij de oversteek met rubberbootjes raakt ook Driel zwaar getroffen en de beschietingen gaan die dag onverminderd door. In het noodhospitaal wordt zo goed als mogelijk voor de slachtoffers gezorgd.
Die ochtend komt een Britse verbindingsofficier in Driel aan. Hij meldt dat het missende deel van de brigade nog in Groot Brittannië is en dat de para´s zich zo snel mogelijk kunnen aansluiten bij de troepen in Driel. Een tweede Britse bezoeker is een generaal van de medische dienst. De Polen vragen hem nadrukkelijk meer verbandmiddelen te sturen.
Ook verzoeken de Polen bij een bezoek aan Britten gelegerd in Homoet met klem om bevoorrading van eten en munitie omdat anders geen sprake kan zijn van een oversteek. Dit wordt zo snel mogelijk over de weg aangevoerd. Ook krijgen ze de toezegging van vuursteun bij de oversteek.
Ondertussen treffen de Polen in Driel verdere voorbereidingen voor de oversteek. Zo spannen ze linten om de weg naar de twee oversteekplaatsen te wijzen: één tegenover de Oude Kerk in Oosterbeek en één een halve kilometer naar het westen. Ook worden groepen ingedeeld voor de boten.
Die avond komen de voorraden. Daarbij zijn ook chocoladerepen. Bij een instructie die de para's kregen voor hun vertrek stond dat deze alleen mocht worden genuttigd in 'noodgevallen' en op uitdrukkelijke order.
De laatste ‘lift’
De 41 vliegtuigen die op donderdag teruggekeerd waren, staan in Groot Brittannië aan de grond te wachten totdat de mist optrekt. Om half één die middag hoort majoor Tonn dat zij niet naar Arnhem vertrekken maar naar Grave om daar op een landingsterrein van de Amerikanen te worden gedropt. Dat is 25 kilometer van Driel!
Daar landen ze om kwart voor vijf in de middag. Ze moeten zich met hun materialen razendsnel verzamelen voordat om vijf uur alweer de volgende lichting Amerikaanse zweefvliegtuigen landt.
De oversteek van de Rijn
Pas na twaalf uur die nacht komen de boten aan in Driel die bedoeld zijn voor de oversteek. Het zijn kleinere boten dan de Britten hadden toegezegd en ook zonder bemanning om te roeien. Snel worden de boten gereed gemaakt voor de oversteek.
Om drie uur die nacht begint de Britse artillerie met beschietingen om de oversteek te dekken. Dit schrikt de Duitsers niet af. Ze verlichten de Rijn met lichtkogels en nemen – vanaf het hogere terrein dat ze in handen hebben – met mortiergranaten en mitrailleurs de rivier en de oevers onder vuur. Ondanks dit spervuur slagen de Polen erin in twee uur tijd zo’n 150 man de rivier over te zetten.
Als ze om vijf uur de oversteek staken, trekken de overgebleven Polen zich terug op Driel. Eén van hen ziet de Britten rustig hun ontbijt klaarmaken met de onontbeerlijke ‘tea’ en voelt zich behoorlijk in de steek gelaten.
24 september - Valburg conferentie en Oosterbeek
Op de 24ste staat wat is gaan heten ‘De Valburg Conferentie’ centraal in de geschiedenis van de brigade maar er gebeurde die dag meer.
Aflossen van de Britten in Oosterbeek
De Poolse troepen die ’s nachts de rivier zijn overgestoken worden aan de westkant van de perimeter ingezet om daar in de bossen stellingen over te nemen van de Britten. Daarbij delen ze meegenomen voedselvoorraden met de Britten die echter geen zin hebben in koude pudding omdat een vuurtje maken te gevaarlijk is.
Later die ochtend verplaatsen de Polen zich naar het oosten om vervolgens binnen de perimeter af te buigen naar het noorden om daar bij ‘the crossroads’ Britten af te lossen, de kruising van de Utrechtseweg, een paar honderd meter ten oosten van Hartenstein, met de Stationsweg en Pietersbergseweg.
Op beide oosthoeken van deze kruising hebben de Britten een noodhospitaal in Villa Vreewijk en Hotel Schoonoord. De huizen aan de oostkant van de Stationsweg zijn in Britse handen. Bij deze huizen gaan de Polen de Britten aflossen. Het zijn Britten van dezelfde compagnie die op 19 september de zweefvliegtuigen opvingen.
Bij de overdacht sneuvelt de aanvoerder van de Polen, kapitein Gazurek. De Brit Ron Kent zegt daarover: "The Captain of the Poles, whilst going round the positions with my Platoon commander (David Eastwood – red.) during the change over, was sniped from a housetop and killed within five minutes of his arrival."
En verder: "There were about eighty of them - come to relieve our little garrison of thirty. In my house alone, which I had held with a depleted section, there were now about thirty Poles."
Bij de Britse compagnie zitten, van oorsprong, Duitse Joden. Zo gebeurt het dat de Britten en Polen onderling in het Duits communiceren.
´s Middags wordt een staakt het vuren ingelast om gewonden uit de noodhospitalen te evacueren naar het ziekenhuis in Arnhem. De Polen hebben vanuit het eigen land de ervaring dat de Duitsers de rode kruisvlag misbruiken en schieten dus op de eerste de beste Duitsers die ze zien. Pas na tussenkomst van de Britten houden ook de Polen zich aan het staakt-het-vuren.
De Valburg Conferentie
Op zondag 24 september gaat Sosabowski met zijn adjutant Dyrda en zijn Britse verbindingsofficier Stevens naar Valburg waar zich het hoofdkwartier van deBritse 43e Divisie bevindt, voor een overleg.
De vaste chauffeur van Sosabowski, sergeant Juhas, wordt beschouwd als een dolle chauffeur. Maar dit keer komt het goed van pas. Op volle snelheid rijden ze over de smalle wegen waaardoor ze de kogels van een Duitse patrouille kunnen ontwijken. Dyrda herinnert zich: “Wij konden de greephandvatten niet loslaten om terug te schieten. Loslaten zou betekenen dat we uit de jeep zouden worden geslingerd.”
De ontvangst in Valburg is zeer afstandelijk, Dyrda mag van generaal Horrocks zelfs eerst niet met Sosabowski mee als tolk. Pas na interventie van Browning wordt hij toegelaten in de tent waar het overleg plaatsvindt. De setting heeft volgens Dyrda meer van een krijgsraad dan een vergadering van Britse officieren. Browning, Horrocks en Thomas, allemaal in net gestreken uniformen, nemen plaats aan één kant van een lange tafel tegenover vermoeide Sosabowski in zijn battledress. Voor Dyrda is er geen stoel, hij moet blijven staan.
Horrocks opent de vergadering met de mededeling dat er nog dezelfde avond twee eenheden de rivier oversteken onder het commando van generaal-majoor Thomas. Thomas licht verder toe dat de brigade wordt verdeeld: het 1ste Poolse Parachutistenbataljon dat bij Grave is geland volgt tijdens de eerste overstek bij het Drielse Veer het 4de Bataljon van The Dorsetshire Regiment, de ‘Dorsets’.
De rest van de Poolse brigade moet rond 22:00 uur gaan oversteken op de plek waar andere Poolse eenheden de Rijn voorheen in de nacht waren overgestoken. Samen moeten ze een sterk bruggenhoofd gaan vormen op de noordoever.
De algehele oversteek vindt plaats onder de leiding van brigadegeneraal Walton die – zoals Sosabowski en Dyrda gelijk inzien – lager in rang is en minder dienstjaren heeft dan Sosabowski. Dit betekent een schending van militaire hiërarchie. Dyrda: “Op dat moment begreep ik deze vreemde conferentie. Het was geen operationele bespreking maar zuiver een formaliteit. Slechts bedoeld om Sosabowski te provoceren en te zorgen dat Sosabowski zou weigeren. De Britten wisten dat Sosabowski niet lichtzinnig met de levens van zijn mannen omsprong. Bij een enkele weigering van Sosabowski zou de conferentie direct kunnen worden beëindigd. Het complete falen van het Britse 30ste Legerkorps zou dan eenvoudig de Polen in de schoenen worden geschoven.”
Sosabowski reageert met een vurig betoog. Hij bekritiseert het plan, de operatie is volgens hem nutteloos en betekent onnodige opoffering van mensenlevens. Een bataljon is te weinig om de moeilijke situatie van de Britten te kunnen veranderen. Hij oppert voor een overstek van een hele divisie op een ander plek, meer naar het westen, waar volgens Poolse en Nederlandse informatie geen sterke Duitse eenheden zich bevinden. De overgestoken troepen kunnen dan verzamelen voordat ze de Duitsers, ten westen van de perimeter, in de rug aanvallen.
De Britten gaan op het betoog van Sosabowski niet in en beëindigen de conferentie. De instructies voor de Poolse brigade deelt Thomas niet aan Sosabowski mee maar aan zijn verbindingsofficier Stevens.
Aansluitend gaan Browning en Sosabowski lunchen in de officiersmess in Nijmegen. Daar hoort Sosabowski dat er onvoldoende boten beschikbaar zijn voor de oversteek waarop hij zich kritisch uitlaat over de voorbereiding van Market Garden omdat er niet meer boten meegenomen zijn.
De avond in Oosterbeek
In Oosterbeek worden die dag stuk voor stuk de antitankkanonnen uitgeschakeld die de smalle perimeter verdedigen bij de Benedendorpseweg, de laatste bebouwing voor de uiterwaarden van de Rijn.
Op de Stationsweg krijgen de Polen in de villa Quatre Bras op de hoek van de Utrechtseweg een ultimatum voorgelegd omdat volgens de Duitsers van daaruit het noodhospitaal wordt bestookt: Positie opgeven of we vallen aan met tanks. De Polen nemen contact op met de Poolse kapitein Zwolański bij het hoofdkwartier die het ultimatum verwerpt.
De daarop volgende tankaanval slaan ze af met behulp van Gammon Bombs, een soort van handgranaten. De Polen benaderen de tanks, in het donker, en kunnen dichtbij komen doordat er bij de Duitsers verwarring ontstaat als ze in het Duits, of iets wat daar op lijkt, worden aangesproken. Daardoor slagen de Polen erin van dichtbij, met het gebruik van deze ‘Gammon Bombs’ de Duitsers af te schrikken die zich vervolgens terug trekken.
Later op die avond volgt opnieuw activiteit van tanks die de posities een half uur onder vuur nemen.
Onderstaande Facebookpost met ingekleurde foto's geven een indruk van het zware materieel dat de Duitsers in konden zetten tegen de troepen in Oosterbeek.
Eindelijk in Driel
De op de 23ste in Grave gedropte para’s kunnen pas ’s avonds uit Malden vertrekken. Op vrachtwagens worden deze ruim 500 para’s naar Driel gereden waar ze tegen elf uur aankomen. Hun orders: Vannacht de Rijn oversteken!
Het deel van de troepen die als Seaborne tail al eerder naar het continent is vertrokken komt de 24ste aan in Driel. Het betreft de ambulances die gelijk gebruikt worden om een zeventigtal gewonden te evacueren naar Nijmegen.
De oversteek van de Dorsets
De aanvoer van aanvalsboten die de Dorsets moeten gebruiken verloopt stroef. Vrachtwagens nemen de verkeerde afslag of lopen vast in de zachte grond. Als uiteindelijk boten bij de Polen aankomen worden ze doorgestuurd naar de Dorsets. De oversteek van de Polen is voorlopig afgelast.
Pas tegen twee uur ‘s nachts kunnen de Dorsets beginnen met hun oversteek. Zodra ze in het zicht van de Duitsers komen, worden ze vanaf de hogere noordoever van de Rijn onder vuur genomen. Boten worden stuk geschoten of drijven af naar Duits gebied. De drie amfibievoertuigen die bij deze oversteek worden gebruikt, halen weliswaar de overkant, maar lopen daar vast en worden uiteindelijk kapotgeschoten. Slechts een handvol Britten haalt de noordoever. Om half vijf wordt deze laatste oversteek stopgezet.
De para's in de perimeter op de noordoever staan er nog steeds alleen voor...
25 / 26 september - Operatie Berlin
Na de mislukte oversteek van de Dorsets (zie vorig bericht) beslist het opperbevel om de troepen uit de perimeter te evacueren. Opnieuw worden voorbereidingen getroffen voor een oversteek van de Rijn.
Operatie Berlin
Om zes uur staat een van de overgestoken Britten met een geschreven opdracht bij generaal Urquhart. Strekking van de brief: Mocht het vestigen van een solide bruggenhoofd mislukken dan moeten de troepen zich over de Rijn terugtrekken. De operatie heeft de codenaam ‘Berlin’.
Het feit dat deze brief is opgesteld nog voor de oversteekpoging van de Dorsets, illustreert dat het Britse opperbevel rekening hield met de mislukking ervan. Dit werpt de volgende vraag op: Wilde het opperbevel nog wel een serieuze poging ondernemen? En afhankelijk van het antwoord op die vraag, in hoeverre bepaalde dit de houding van het opperbevel jegens Sosabowski die dag ervoor tijdens de Valburg conferentie?
Gevechten in Oosterbeek
De gevechten in Oosterbeek gaan onverminderd door. De Duitsers blijven aandringen in een poging de luchtlandingstroepen tot overgave te dwingen.
De Polen in de huizen op de Stationsweg worden volgens hun eigen verslagen continue beschoten door mortieren, artillerie, machinegeweren en scherpschutters. Het huis waarin het hoofdkwartier is ingericht krijgt een voltreffer. Het noodhospitaal in villa Vreewijk wordt ontruimd wat doet vermoeden dat de Duitsers hier een aanval voorbereiden. De groep krijgt om zes uur de opdracht om zich terug te trekken over de Rijn.
In het benedendorp worden de laatste antitankkanonnen uitgeschakeld maar dit gaat ook gepaard met verliezen aan Duitse kant. Zo worden een tank en een gemotoriseerd kanon uitgeschakeld. Deze groep krijgt om tien uur de opdracht om zich terug te trekken. Van 68 gelandde militairen bereiken er twaalf Driel. De rest is dood, gewond of vermist. In hun verslag danken de Polen nadrukkelijk de piloten van de zweefvliegtuigen die als stuksbemanningen met hun vochten.
Driel
Om twaalf uur in de middag komt bij het Poolse hoofdkwartier in Driel de order van de Britten dat die avond om negen uur de evacuatie plaats zal vinden van de troepen uit de perimeter van Oosterbeek. Sosabowski is volledig verrast door deze mededeling. Nadere orders zijn dat de Polen de volgende ochtend Driel moeten verlaten, hun uitrusting moeten vernietigen en zich gereed moeten houden voor ‘andere taken’.
Tegen het einde van de middag volgen gedetailleerde instructies die aan het begin van de avond schriftelijk worden bevestigd.
De hele dag en de aansluitende nacht ligt Driel zwaar onder vuur met de nodige slachtoffers tot gevolg. In het noodhospitaal liggen meer dan veertig gewonden waarvan er zes sterven. Ook daar zijn de mannen niet veilig. Bij een granaatinslag in de school worden twee ambulancechauffeurs gedood.
Cora Baltussen is op van vermoeidheid en besluit om naar haar ouderlijk huis te fietsen waar ze tussen alle vluchtelingen een plaatsje zoekt en in slaap valt.
Als laatste weg uit Oosterbeek
Bij de Stationsweg is de instructie dat de troepen zich om tien uur moeten verzamelen voor de terugtocht. Voor het echter zo ver is, moeten ze eerst nog in verwoede gevechten een Duitse aanval afslaan. Ook slagen ze er nog in een hoge Duitse officier te doden.
De Polen bereiken de rivieroever om één uur ´s nachts. Daar moeten ze de aftocht dekken tot ze zelf om drie uur daadwerkelijk naar de rivier kunnen. Omdat er te weinig boten zijn geeft, Bereda zijn mannen de opdracht om op eigen gelegenheid de rivier over te steken.
De mannen rond villa Transvalia blijven ook als laatste op hun post om de terugtocht te dekken. Als ruim na middernacht geen Britten meer langskomen, gaan de Polen op onderzoek uit. Dan blijkt dat zij, op gewonden met hun verzorgers na, als enige over zijn.
Daarop besluit luitenant Smaczny dat ook zij zich kunnen terugtrekken. Het wordt al licht als de laatste van deze groep de Rijn overzwemmen. Met ruim 50 vertrokken, kwamen 40 op de noordoever en keren er minder dan 30 terug in Driel.
Van de ruim tienduizend gedropte parachutisten ontsnappen er ongeveer zestienhonderd die nacht over de Rijn. De rest blijft achter, gedood, gewond, gevangen of verstopt voor de Duitsers. Zo verbergen twee Polen zich een paar dagen in een schoorsteen van een bakkerij voordat ze alsnog in een nacht de Rijn over zwemmen naar ‘bevrijd’ gebied.
All men are Brothers
In Hartenstein zijn deze laatste dag de voorraden nagenoeg uitgeput. Gewonden moeten met zijn tweeën een sigaret delen. Zo gebeurt het dat een Poolse gewonde zijn sigaret geeft aan de man naast hem die bedankt met de woorden ‘Danke’. Dit ontlokt de uitspraak richting Marek Święcicki: “Als iemand me had vertelt dat ik een sigaret zou delen met een SS-er dan had ik hem niet geloofd.”
In Driel tekent Cora Baltussen in deze dramatische dagen aan het bed van een stervende Pool de volgende uitspraken op: “Bring my love to my country, bring my love to Poland”. In zijn laatste woorden citeert hij de bekende Poolse auteur en nobelprijswinnaar Henryk Sienkiewicz: “All men are brothers”.
Driel verlaten
Als Cora Baltussen op de 26ste september wakker wordt, is het dorp nagenoeg verlaten. Er zijn geen Poolse para’s meer. Ze hebben Driel te voet verlaten. De Britten, de Rode Duivels, zijn met vrachtwagens naar Nijmegen vervoerd.
Eerherstel
Na het mislukken van operatie Market Garden wordt Generaal Sosabowski de zondebok. Pas jaren na de oorlog volgt eerherstel voor de generaal en zijn mannen. Meer hierover in een apart bericht.