Eindstation Auschwitz, herinneringen uit het kamp
Een van de eerste ooggetuigenverslagen uit Auschwitz in Nederland was het boek Eindstation Auschwitz van Eddy de Wind. Na twee eerdere pogingen om het boek uit te geven in 1946 en 1980 kwam het boek nu in tientallen landen tegelijkertijd op de markt op 15 januari.
Eddy begon met schrijven, kort nadat de Duitsers door de Russen waren verdreven. Eddy was als arts achtergebleven met de gevangen die te zwak waren om me te gaan met de evacuatie van het kamp, de dodenmarsen.
Uit de kantoren van de SS haalde hij een schrift en begon te schrijven om te getuigen van wat hij had meegemaakt in de anderhalf jaar die hij in het kamp doorbracht samen met zijn vrouw (waarmee hij in 1943 in Kamp Westerbork was getrouwd).
Beweegredenen
Het is een bijzonder verhaal. Waar de rapporten die tijdens en kort na de oorlog verschenen van bijvoorbeeld de hand van Pilecki vooral de gruwlijkheden behandelen en het onvermogen om te beseffen wat gaande is, is de getuigenis van Eddy meer over persoonlijke relaties en hoe de Holocaust kan zijn ontstaan.
Natuurlijk is iedereen bekend met de gruweldaden van de SS-officieren en artsen in het kamp maar gek genoeg was er bij deze mensen ook ruimte voor een vorm van medemenselijkheid. Zo geeft Eddy een aantal voorbeelden waarin de beulen een verzoek van de gevangen honoreren. Bijvoorbeeld om overplaatsing of het vergeven van gunstige baantjes. Voor Eddy een teken dat bij oudere SS'ers nog een vorm menselijkheid aanwezig is. Iets wat je volgens hem bij jongere SS'ers niet kan verwachten die alleen opgegroeid zijn met de nazidoctirine.
Kapitalisme en feodale structuur
Een andere beschouwing is hoe de nazi's ter ondersteuning van het kapitalisme gebruik maken van de voor hen zo verwerpelijke feodale structuur. Alle gevangenkampen in de omgeving van Auschwitz leveren immers slavenarbeid voor de productie capaciteit van dan wel de vernietigingsfabriek van Auschwitz-Birkenau of de verschillende fabrieken die produceren voor de Duitse oorloginspanning zoals bijvoorbeeld de grote fabriek van IG Farben. In een gesprek met een medegevangen wordt de structuur in het kamp vergeleken met de vooroorlogse feodale structuur.
‘Het is inderdaad opvallend dat de fascisten ter bescherming van het grootkapitaal, welks werktuig ze zijn, zo vaak teruggrijpen naar voorkapitalistische methoden.’
‘Hoezo?’
‘Neem hun machtsapparaat. Dat werkt zuiver feodaal. Hier in het kamp zie je dat in gestileerde vorm. Een kamp is een soort hertogdom. De Lagerälteste is de leenheer bij de gratie van de SS. Hij oefent zijn macht uit door privileges te schenken. De Blockältesten zijn de graven, ze kunnen door hun positie als kleinere potentaten ‘organiseren’. Hun personeel is als de lagere adel die het land terroriseert. Neem bijvoorbeeld de portier van ons Block. In een gewoon ziekenhuis krijgt de portier salaris voor de arbeid die hij verricht. Hier is hij een machtspersoontje. Van iedere bezoeker die hij binnenlaat eist hij een sigaret of meer. Iedere dienst die hij voor een patiënt verricht moet worden betaald. Zo komt hij aan zijn trekken. Alleen de grote massa, die geen machtspositie heeft, verrekt op een liter soep en een portie brood. De grofst denkbare kortsluiting tussen macht en recht. Volkomen ondemocratisch, feodaal.’
Geschreven met afstand
Het boek is bijna geschreven als roman met een zekere afstand want Eddy schrijft niet in de eerste persoon maar in de derde persoon en zijn hoofdpersoon heet Hans. Hans komt als 'Pfleger' in blok 9 te zitten, naast blok 10 waarin zijn vrouw als 'staf' werkt bij de vrouwen die daar aan medische experimenten worden onderworpen. Experimenten die er op gericht zijn om te kijken hoe op grote schaal vrouwen onvruchtbaar gemaakt kunnen worden.
Ook zijn er beschrijvingen van het afvoeren van de lijken of een scene waarin ze urnen met as van gecremeerde Poolse gevangen in een keten moeten doorgeven. Dit soort activiteiten worden met eenzelfde eenvoud beschreven als het brengen van de theeketel naar block 10. De gruwelheden zijn daarmee veel meer een context dan het onderwerp van het boek.
De noodzaak om te vertellen
De expliciete beschrijving van de gruweldaden komt pas in het einde van het boek aan bod. Hans (Eddy) komt een meisje tegen die vertelt de laatste moordpartij van SS'ers om de laatste gevangenen op te ruimen. Ook ontmoet Hans een Griek die onderdeel uitmaakte van de Sonderkommando's die werkte bij de gaskamers en crematoria. Die beschrijft zakelijk de werkwijze en ook de opstand van het Sonderkommando.
Het is in het gesprek met het meisje dat de motivatie naar voren komt om het verhaal op te tekenen:
Zij: ‘In Holland zullen ze ons ook niet geloven, als we eens terugkomen en alles vertellen.’
Hans: ‘We zullen ons geloofwaardig weten te maken en er zullen officiële rapporten verschijnen die de waarheid van onze verhalen zullen bewijzen. En als iemand het dan nog niet wil geloven, vraag ik hem doodeenvoudig waar dán mijn moeder is en mijn vader, mijn broers en die tienduizenden anderen….’
Zij: ‘Ik moet blijven leven om dit te vertellen, om iedereen ervan te vertellen, om de mensen ervan te overtuigen, dat dit waar was…’
Een drijfveer die vaker te horen is bij overlevenden van de (vernietigings)kampen; de noodzaak om te blijven getuigen.
Vertalingen
Het boek is tegelijkertijd in meerdere landen uitgegeven. Op dezelfde dag verscheen het boek in 25 vertalingen in zo’n 100 landen waaronder ook Polen onder de titel ‘Stacja końcowa Auschwitz’.
Essay
Na de oorlog werkte Eddy de Wind als psychoanalyticus met kampslachtoffers en schreef hij een essay over het kampsyndroom. In de Poolse uitgave is dit essay eveneens opgenomen.
Onderzoek
Bij de vertaling is de Poolse tekst voorzien van voetnoten die bijvoorbeeld het verschil aangeven tussen de herinneringen zoals Eddy de Wind die opschreef en de inzichten die in de achterliggende 75 jaar naar voren kwamen uit historisch onderzoek. Het daarvoor uitgevoerde onderzoek is gedeeld met de andere vertalers zodat ook de andere edities naar eigen inzicht deze informatie kon gebruiken. Denk hierbij aan details over de opstand van het Sonderkommando die afwijken van wat Eddy optekent uit de mond van de Griek. Jammer dat aanvullingen ontbreken in de nederlandse editie.
In de media
Het boek krijgt brede aandacht in de media. Hier een kleine selectie:
- NRC: ‘Mijn vader vond zichzelf geen held, maar hij was het wel’
- NOS: 'Boek Eindstation Auschwitz toont het allerzwartste en allermooiste in de mens'
- Op1 via NPO start, vraaggesprek met Melcher de Wind, de zoon van Eddy de Wind
- Trouw: Begrijpen tegen het schuldgevoel
Het boek is voor 19,99 te koop online en in de boekhandels.