Alicja Gescinska: Democratie buigt maar barst niet in Polen

Alicja Gescinska: Democratie buigt maar barst niet in Polen

In protest tegen de voorgestelde hervorming van het rechterlijk apparaat gingen Polen dag na dag, ondanks de vakantieperiode, massaal op straat. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen schreef Alicja Gescinska een analyse die in de Standaard van 28 juli 2017 verscheen. Scherp maar optimistisch.

Alicja Gescinska is een Pools-Belgische filosofe, schrijfster en televisiemaakster. In 2011 publiceerde ze een filosofisch essay “De verovering van de vrijheid: van luie mensen, de dingen die voorbij gaan”, een oproep om meer morele betrokkenheid. In 2016 verscheen haar veelgeprezen debuutroman “Een soort van liefde” en het inspirerende essay “Allmensch: Van middelmaat tot meesterschap”, een pleidooi voor zelfontplooiing in dienst van de wereld om ons heen. In hetzelfde jaar maakte ze het filosofisch programma Wanderlust dat ook dit najaar op Canvas terug zal komen.

We danken Alicja dat we haar artikel integraal op onze website mogen opnemen.

Democratie buigt maar barst niet in Polen

Wrócę z wakacji i koniec demokracji. Dit zinnetje ging vorige week heel Polen rond, toen de rechts-conservatieve PiS-regering drie wetten wilde doorvoeren om het rechterlijk apparaat te hervormen. Ik keer terug uit vakantie en weg is de democratie. Maar het is beter gesteld met de democratie in het land van de witte adelaar dan velen vrezen.

De beoogde hervormingen veroorzaakten een stortvloed aan onheilsberichten in de nationale en internationale pers. Volgens The Washington Post woedt een 'war on democracy' in Polen. Het Slovaakse Dennik blokletterde het einde van Polen. Haast overal werden vergelijkingen gemaakt met Orbans Hongarije, Erdogans Turkije en Poetins Rusland. Die vergelijkingen zijn misplaatst. Ze getuigen van een schromelijke onderschatting van wat er in Turkije en Rusland gaande is en van een gebrekkig begrip van de Poolse realiteit.

De gezondheidsgraad van een democratie bepalen, is geen exacte wetenschap. Een democratie is een complexe constructie die uit vele onderdelen bestaat. Als je naar Polen kijkt, zie je dat de meest fundamentele daarvan aanwezig zijn: de instellingen die de vrijheden en rechten van de burger moeten vrijwaren, de pers als vierde macht en waakhond van de democratie én een sterk ontwikkelde burgerzin onder de bevolking. Daardoor is de Poolse democratie lang niet aan haar zwanenzang toe. Daarmee wil ik de dingen die haar bedreigen niet minimaliseren: ze staat inderdaad onder druk. Maar pas wanneer de democratie onder druk staat, kun je zien hoe veerkrachtig ze is.

Op straat komen en betogen zitten even diep in de Poolse ziel en cultuur als wodka en melancholie.

1. De instellingen

Op straat komen en betogen zitten even diep in de Poolse ziel en cultuur als wodka en melancholie. Dat de instellingen in Polen nog naar behoren werken, is al meermaals gebleken. Ruim anderhalf jaar geleden – tijdens de eerste constitutionele crisis – probeerde de regering het Grondwettelijk Hof als controleorgaan aan banden te leggen. Zowel door de druk van de bevolking en de EU als door het feit dat het Grondwettelijk Hof en het Hooggerechtshof de veranderingen afkeurden wegens hun ongrondwettelijk karakter zag de regering zich gedwarsboomd. Ook in de recente crisis zien we, met de veto’s die door president Andrzej Duda zijn uitgesproken, dat er heel wat checks-and-balances bestaan om al te verregaande veranderingen tegen te houden (DS 24 juli) . Wie de democratie wil ontmantelen, moet zoveel institutionele hordes nemen dat hij uiteindelijk wel zal struikelen, meestal toch.

2. De pers

Ook met de persvrijheid is het in Polen beter gesteld dan velen suggereren. Het klopt dat PiS ‘grote schoonmaak’ heeft gehouden bij de openbare omroep en dat kritische berichtgeving over de regering bij die omroep onbestaande is. Maar het Poolse medialandschap is eindeloos veel uitgestrekter. Onder andere door de bedenkelijke politieke koers die ze varen, zagen de belangrijkste televisiezenders van de openbare omroep, TVP1 en TVP2, hun marktaandeel de voorbije jaren gehalveerd worden. En de twee populairste commerciële radiozenders hebben een marktaandeel dat twee tot drie keer zo groot is als dat van Jedynka en Trójka, de populairste zenders van de openbare omroep.

De enige manier waarop onafhankelijke media in hun werking belemmerd zijn, bestaat uit de daling van inkomsten van reclame (voor overheidsbedrijven). Newsweek en Polityka, allebei kritisch over de regering, zagen hun reclame-inkomsten met bijna 8 procent en 14 procent dalen, terwijl die bij het nationalistische Gazeta Polska verviervoudigden. Dat PiS kritische journalisten wil muilkorven, kan waar zijn, maar in de praktijk komt daar weinig van terecht. De regering had enige tijd geleden een – andermaal controversieel – voorstel op tafel gelegd om de toegang tot het parlement voor journalisten te beperken, maar na protesten werd dat voorstel ingetrokken. De democratie is een puzzel die uit heel veel stukjes bestaat. PiS heeft al meermaals geprobeerd om enkele van die stukjes weg te nemen, maar moet na hevige tegenkanting geregeld op haar stappen terugkomen.

3. De bevolking

Op straat komen en betogen, zitten even diep in de Poolse ziel en cultuur als wodka en melancholie. Dat de vele betogingen tegen PiS grotendeels vreedzaam verlopen en dat betogers niet achter tralies verdwijnen, toont andermaal aan dat Polen een behoorlijk gezonde democratie is. Dat de betogers meermaals verkrijgen wat ze beogen, ook. De publieke opinie is geen loos gekrakeel en de bevolking oefent wel degelijk macht uit over haar vertegenwoordigers. Dat blijkt zowel uit de protesten van de voorbije week, als uit de protesten tegen de voorgestelde verstrenging van de abortuswetgeving enkele maanden geleden. Na het aanhoudende czarny protest moest PiS ook in dat geval inbinden.

Een democratie is pas ten dode opgeschreven wanneer ze niet meer leeft in de harten en geesten van haar burgers. En in veel Poolse harten en geesten leeft ze nog steeds. Niet toevallig is volgens een recente opiniepeiling het overgrote deel van de bevolking ontevreden over het beleid van PiS. Bij de bevolking tussen negentien en veertig jaar is zelfs meer dan 60 procent tot 80 procent ontevreden over het beleid.

Dat alles betekent niet dat we ons geen zorgen hoeven te maken. Mensen blijven ook nu nog op straat komen, omdat president Duda slechts twee veto’s stelde. De wet waar hij wel mee instemde, betreft de vervanging van rechters van regionale rechtbanken en het hof van beroep. De pensioenleeftijd voor die rechters wordt verlaagd: voor mannen naar 65 jaar en voor vrouwen naar 60. De betreffende rechters mogen langer aangesteld blijven, maar moeten daarvoor toestemming krijgen van Zbigniew Ziobro, de minister van Justitie en een rechtse hardliner. Dat is zorgwekkend, zowel door de ongelijke behandeling van mannen en vrouwen als doordat Ziobro zo de mogelijkheid heeft om rechters die te liberaal geacht worden weg te filteren.

De grootste reden tot bezorgdheid is waarschijnlijk de figuur van Jarosław Kaczyński. Polen is een gezonde democratie met een verziekte regering. Het is veelal ongepast om iemand te diagnosticeren zonder over de nodige medische expertise te beschikken, maar het lijdt weinig twijfel dat Kaczyński – de partijleider van PiS en de man die achter de schermen de touwtjes van de regering in handen heeft – psychisch erg getroebleerd is. Hij zit met een onverwerkt trauma na de dood van zijn broer. Zijn hele politieke streven draait om het achterhalen van ‘de waarheid’ achter de vliegtuigcrash in Smolensk en het bestraffen van de verantwoordelijken. Dat vertaalt zich in een zwart-wit wereldbeeld waarin wie niet aan zijn kant staat, bloed aan de handen heeft. Vorige week nog verloor Kaczyński zijn zelfbeheersing in het parlement en schreeuwde hij de oppositieleden van Platforma Obywatelska (de partij van Donald Tusk) toe dat zij zijn broer hebben vermoord.

Cartoon van Kaczyński. Vertaling"Pas op: kleine broer kijkt toe" als persiflage op '1984'

 

Dat de Poolse democratie voorbarig voor dood wordt verklaard, is geen alleenstaand geval. De voorbije maanden werden al vaker de doodsklokken over de democratie geluid. De opkomst van rechts-populistische partijen heeft bij verschillende politieke commentatoren een overdreven pessimisme over de staat van de democratie aangewakkerd. Timothy Snyder, Carl Bildt, Michail Gorbatsjov en veel anderen verkondigden dat het Avondland andermaal de ondergang heeft ingezet. Donald Trump zou het einde van het Westen inluiden. Geert Wilders en Marine Le Pen zouden een populistische lente ontketenen die de desintegratie van Europa zou bespoedigen.

Maar Trump loopt voortdurend tegen de eigen grenzen en die van de rechtsstaat aan. De populistische Europese lente was voorbij nog voor ze begonnen was. En de wereld draait voort als altijd: vaak vierkant, maar toch nog rond. Doemdenken over de democratie in Europa en het Westen is in veel gevallen niet alleen onterecht, maar ook onwenselijk. Het wakkert pessimisme aan, creëert een negatief imago in het buitenland en knaagt aan het vertrouwen van mensen in elkaar en in de politiek. Niemand kan de toekomst voorspellen en alles wat verworven is, kan weer verloren gaan, ook de democratie, in Polen en elders. Maar met fatalistisch pessimisme bewijs je de samenleving geen dienst, en je moet de democratie niet ten grave dragen nog voor ze gestorven is.

----   ***   ----

De boeken van Gescinska

Reacties zijn gesloten.