Het einde van de Eerste Wereldoorlog op 11 november 1918 betekende de wederopstanding van Polen als onafhankelijke staat in het hart van Europa. Dit ging niet zonder slag of stoot. Elf november wordt sindsdien gevierd als Onafhankelijkheidsdag vaak met grote manifestaties. Dit jaar met twee verschillende. Een met Poolse vlaggen en een met regenboogvlaggen en isolatiedekens.
Wie mag de straat op?
Deze nationale feestdag is in recente jaren vaak aangegrepen voor nationalistische (extreem rechtse) groeperingen als podium. In 2017 maakte BNN Tripper er een reportage over. De stad Warschau wil dit soort excessen voorkomen door de manifestaties van rechtse groepen te verbieden. Deze weten zich echter gesteund door de conservatieve regering. Ook dit jaar wilde 'rechts' en optocht houden maar deze is door de rechter verboden omdat tegelijkertijd al een 'anti fascist' manifestatie is georganiseerd die wel een vergunning had gekregen van de lokale autoriteiten.
Oproep burgerlijke ongehoorzaamheid
In reactie op het besluit van de rechter riep de Poolse minister van Justitie op tot burgerlijke ongehoorzaamheid om toch de straat op te gaan voor de nationalistische mars. Inmiddels heeft de staatsoverheid aangegeven dat deze mars een staatsaangelegenheid is. Daarmee werd het besluit van de burgemeester van Warschau (voormalig presidentskandidaat van de oppositie Rafał Trzaskowski) en van de rechter terzijde geschoven. Dit wil overigens niet zeggen dat alle deelnemers aan de mars rechtsradicaal zijn. In tegendeel, maar met hun deelname legaliseren ook gewone Polen wel deze gang van zaken.
Relatief rustig
Waar Polen haar hart vasthield voor rellen en vernieling, lijkt dit jaar de onafhankelijkheidsmars rustig te zijn verlopen. De mars, georganiseerd door de extreemrechtse beweging ONR, bevatte wel weer radicale uitingen. Zo riep Robert Winnicki, parlementslid namens het radicale Konfederacja, in een speech het leger op om te schieten op de vluchtelingen bij de Wit-Russische grens en dat Polen er alleen is voor Polen. Ook werd een Duitse vlag en een foto van oppositieleider en voormalig president Donald Tusk verbrand. De banners richtten zich vooral op de EU, media en vluchtelingen.
Onderstaande drie filmpjes op Instagram laten de verbranding van de foto en de vlag zien en de symbolen van de exstreem rechtse groepering ONR.
Polen verdeeld – twee gezichten, twee marsen
De linkse organisatoren besloten hun mars te annuleren – te gevaarlijk. Op het internet wordt buitenlanders geadviseerd binnen te blijven, helemaal als je er niet wit bent. Journalisten wordt gewaarschuwd niet te dichtbij te komen en bijvoorbeeld niet hun identificatie om hun nek te hangen – daarmee kunnen ze gewurgd worden. Zo’n honderd linkse activisten die toch kwamen opdagen, werden door de politie verwijderd om plaats te maken voor de mars. Voor deze activisten was plaats enkele kilometers verderop, in het zuiden van het centrum.
De in Polen woonachtige Nederlander Syme van der Lelij ging de straat op en was hierbij. Hieronder zijn verslag.
Er zijn enkele duizenden mensen aanwezig als de mars begint. Uiteraard is er veel politie, zoals altijd bij demonstraties en marsen. In dit geval om te voorkomen dat de nationalistische en deze mars elkaar bereiken – dan zou het helemaal uit de hand kunnen lopen.
Isolatiedekens als vlag
Deze mars is precies wat de nationalistische mars niet is: uitgesproken links, inclusief en antifascistisch. Uit meerijdende trucks klinkt muziek waarop wordt gedanst. In deze mars is er geen plaats voor agressieve uitingen – er heerst een vrolijke sfeer en de politie komt geen enkel moment in actie. Hier weinig Poolse vlaggen: vooral Europese, LGBT, pro-abortus, isolatiedekens als pro-vluchtelingen vlaggen en banners maken de dienst uit. Het zijn deze thema’s waar de Polen tot op het bot verdeeld zijn. Ook op de dag waarop Polen ooit weer één werd.
Foto van cultuurpaleis van Julia Filirovska via Pexels, bewerkt door PiB. Foto's van de manifestatie van Syme. Syme schreef eerder voor ons over Zły, een ode aan Warschau uit de jaren vijftig.